Göta-elf (De) of Götha-élf is eene bevaarbare rivier in het Zuidwesten van Zweden. Zij komt bij Wenersborg uit het zuidwestelijk gedeelte van het Wenermneer, vormt kort daarna de beroemde Trolhatta-watervallen, en verdeelt zich bij Kong-elf in 2 takken, die liet eiland Hisingen omsluiten. Na een loop van 10 geogr. mijl, nu eens langs bevallige en vruchtbare, dan weder langs ruwe, rotsige boorden, stort zij zich uit in het Kattegat, — de zuidelijke tak beneden Göteborg en de noordelijke bij Björlande.
Göta-kanaal (Het) of Götha-kanaal Het is de naam van een uitgebreid kanaalstelsel in het zuiden van Zweden, hetwelk, in verband met de Göta-elf en met het Wenern- en Wettermeer de Noordzee met de Oostzee vereenigt en voor de binnenvaart van groot belang is. Het kanaal neemt een aanvang aan de oostzijde van het Wenern-meer, bij Kalleryd, en leidt over een afstand van 3 geogr. mijl door 24 sluizen naar het 50 Ned. el hooger gelegen Wikenmeer (ongeveer 950 Ned. el boven de oppervlakte der zee). Van hier — zjjn hoogste punt — gaat het met eene tusschen de rotsen gebouwde sluis naar het Bottenmeer, en dan naar het Wettermeer (bij Karlsborg).
Verder loopt het kanaal door het Borenmeer en het Roxenmeer naar het Asplanga-meer, vanwaar het door 16 sluizen in de Slätbaken-baai de Noordzee bereikt.
De lengte van het kanalenstelsel is ongeveer 13 geogr. mijl en de afstand van Göteborg naar de Oostzee nog geen 60 geogr. mijl, terwjjl de zeeweg de dubbele lengte heeft. De bodembreedte van het kanaal is 15, de breedte van den waterspiegel 25 tot 30 en de diepte 3 Ned. el. Er zjjn 58 sluizen, waaronder zich 63 schutsluizen bevinden. Op 11 plaatsen heeft men havenkommen aangelegd voor een 50-tal schepen. Langs het geheele Götakanaal loopt een jaagpad, en er zijn 34 bruggen. — Het plan om die beide zeeën te verbinden is het eerst opgevat door bisschop Johan Brask (1616), doch niet vóór deze eeuw door den ijver van graaf Bogislav von Platen ten uitvoer gebragt. Het Kanaal werd in 1832 voltooid en heeft 16 millioen thaler gekost.