Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gonsalvo de Cordova

betekenis & definitie

Gonsalvo de Cordova (Hernandez) of Aguilar, met den bijnaam Gran capitano (groote veldheer), geboren in 1453 te Montilla by Cordova, vocht reeds op 15-jarigen leeftijd onder het bevel zijns vaders tegen de Mooren te Granada, onderscheidde zich in den Portugéschen oorlog bij Albuéra door ongemeene dapperheid, legde bij de verovering van Tajara, Illora en Monte-Frio zooveel bekwaamheid aan den dag en voerde de onderhandelingen met den Moorschen koning Boabdil wegens de overgave van Granada met zoo uitstekend beleid, dat hem, behalve groote goederen op het veroverd gebied, een jaargeld voor levenslang werd toegekend. Daarna benoemde Ferdinand de Katholieke hem tot aanvoerder van een klein leger van nog geen 6000 man, bestemd om bij stand te bieden aan Ferdinand, koning van Napels, tegen de Franschen. Gonsalvo veroverde binnen het jaar met beperkte hulpmiddelen het grootste gedeelte des rijks en verwierf hierdoor bovenvermelden bijnaam. Voorts verjoeg hij de Franschen uit geheel Italië, en nadat hij hun ook Ostia ontrukt en aan den Paus teruggegeven had, zag hij zich door Frederik, den opvolger van Ferdinand, begiftigd met aanzienlijke goederen in de Abruzzen en met den titel van hertog, waarna hij in 1498 naar Spanje terugkeerde.

Toen voorts het Spaansche en Fransche Hof in een verdrag, den llden November 1500 te Granada gesloten, bepaald hadden, dat zij het koningrijk Napels onderling zouden verdeelen, begaf zich Gonsalvo nogmaals derwaarts met 4300 man onder voorwendsel, dat hij de Venetianen tegen de Turken wilde bijstaan. Hij veroverde Zante en Cephalonia en gaf die plaatsen aan de Venetianen terug. Daarna landde hij op Sicilië, bezette Napels en Calabrië en eischte van de Franschen, met wie de Koning zich inmiddels verbonden had, volgens het verdrag ook Capitanata en Basilicata. Toen hij hierop een weigerend antwoord ontving, deed hij hun den oorlog aan, en deze werd eerst met afwisselenden voorspoed gevoerd, totdat Gonsalvo door de overwinning van zijn onderbevelhebber Fernando de Andrada by Seminara (21 April 1503) en daarna door eene door hem zelven behaalde zegepraal by Cerignola (28 April 1503) zijn gezag bevestigde in Calabrië, Abruzzo en Apulië en zelfs de hoofdstad Napels innam. De belegering van Gaëta schonk echter aan Lodewijk XII den tyd om zich te versterken. Er verscheen tegen het einde van 1503 een Fransch leger van 30000 man in Italië, en Gonsalvo, die slechts 12000 soldaten onder zijne bevelen had, moest het beleg opbreken, terugtrekken en een groot gedeelte des lands ter prooi laten aan den vijand. Hij nam eene versterkte stelling aan bij San Germano, vanwaar hij de Franschen gedurig verontrustte, hen eindelijk den 29sten December 1503 overrompelde bij de Garigliano en eene volkomene overwinning behaalde. Het Fransche leger werd bijna geheel vernietigd, de vesting Gaëta bezweek, en de Spanjaarden zagen zich in het onbetwist bezit van Napels.

Koning Ferdinand schonk aan den overwinnaar het hertogdom Sesa en benoemde hem tot onderkoning van Napels, in welke betrekking hij de gunst des volks verwierf. Zijn voorspoed bezorgde hem echter hevige vijanden, die Ferdinand wisten over te halen, om hem uit zijne hooge betrekking te ontslaan. Aan het Hof werd hij voorts met onverschilligheid bejegend, en zijn invloed verdween meer en meer. Uit ontevredenheid over zulk eene handelwijze verbond hij zich met den Connetable van Castilië tegen den Koning, die echter het uitbarsten van den opstand door krachtige maatregelen wist te verhoeden. Gonsalvo begaf zich toen naar zijne goederen in Granada. De twist met den Koning, die groote toegevendheid jegens den grijzen held gebruikte, scheen met eene verzoening te zullen eindigen, daar Gonsalvo op voorstel van den Paus en van de Ligue door Ferdinand benoemd werd tot bevelhebber van het leger in Italië, bestemd om tegen de Franschen te strijden. Hij overleed echter, nog vóór dat hij derwaarts vertrok, te Granada den 2den December 1515.

< >