Gero, markgraaf en hertog van de Oost-mark en de zegepralende verspreider der Duitsche heerschappij en des Christendoms in de landen der Wenden van de Elbe naar de zijde van Polen, was afkomstig uit het NoordThüringsche Zwabenland aan den benedenloop der Bode. Hij was aanvankelijk graaf van het zuidoostelijk gedeelte van Thüringergau en ontving daarna de bezittingen van zijn kinderloos overleden broeder, zoodat zijn graafschap zich over de Elbe tot aan de Havel uitstrekten. Bij den dood van den magtigen graaf Siegfried von Merseburg (937) benoemde Koning Otto I hem tot diens opvolger, en in 939 werd hij markgraaf en ontving den last om de stammen der Wenden langs den middelloop der Elbe en langs de Saaie te onderwerpen. in hetzelfde jaar moest hij ook de Slawen bestrijden, en hij vernietigde eene tegen hem beraamde zamenzwering door de hoofdaanleggers tot een gastmaal te noodigen, waar zij in een staat van dronkenschap werden vermoord. Na een Moedigen oorlog gelukte het hem in 940 door het verraad van Tugumir, vorst der Wenden, het verbond der Slawen te ontbinden, zich van Brandenburg, de hoofdstad der Hevellers meester te maken en heerschappij te verkrijgen over de Wenden tusschen de Elbe en de Oder.
Na een harden strijd maakte hij al de Slawische volkeren tot aan de Oder schatpligtig en verzekerde zich van hunne onderdanigheid door het stichten van versterkte plaatsen, die hij door zijne vasallen deed bewaken. Dien ten gevolge werd hem in 946 na den dood van graaf Thietmar ook het bewind opgedragen over de NoordThuringergau ten noorden van de Bode. Na dien tijd ontmoeten wij Gero in de geschiedenis als markgraaf en hertog of markhertog. Een nieuwe storm tegen de uitbreiding van het Christendom verhief zich, toen de Hongaren in 955 Zuid-Duitschland overstroomden. De groote zegepraal van Otto op het Lechfeld (10 Augustus) stelde echter de Duitschers in de gelegenheid, om hunne heerschappij naar het noordoosten uit te breiden. De vereenigde magt van Otto en Gero bragt voorts den 16den October 955 in den slag aan de Raxa (Reckenitz in Mecklenburg) eene geweldige nederlaag toe aan de Wenden.
Nadat nog hier en daar een opstand tot aan het jaar 960 gedempt was, onderwierpen zich de stammen oostwaarts tot aan de Oder en zuidwaarts tot aan Bautzen in het land van Meiszen aan Gero. De volksbeweging in de Lausitz, welke hij in bloed smoorde (963), bragt hem tot aan de grenzen van Polen, welks koning zich bereid betoonde, de souvereiniteit van Duitschland te erkennen. Hiermede bereikte Gero het einde van zijne staatkundige loopbaan. Uitgeput door vermoeijenissen, gebogen onder den last der jaren en onder zijn rouw over het vroegtijdig afsterven van zijne zonen Gero en Siegfried, stichtte hij voor de weduwe van laatstgenoemde, Hedwig (Hathuvi) genaamd, het klooster Gernrode aan den voet van het Harzgebergte. in 963 volbragt hij, gelijk hij ook in 950 gedaan had, een pelgrimstogt naar Rome en legde er zijne zegevierende wapens neder op het graf van den heiligen Petrus. Na zijn terugkeer regelde hij de zaken van bovengemeld klooster, en na zijn overlijden op den 20sten Mei 965 werd aldaar zijn stoffelijk overschot bijgezet. Hij bleef bekend onder den naam van „De groote markgraaf1', en men huldigde den roem zijner daden in sagen en liederen; ook in het Nibelungenlied komt hij voor onder den naam van „marcgrave Gêre.