Genserik, eigenlijk Gaiserich (Speervorst), koning der Wandalen, voerde in 429 zijn volk uit Spanje naar Afrika, waar hij aan Bonifacius, stadhouder van Valentiniamis III, de nederlaag toebragt en een rijk stichtte, waarvan in 439 Carthago de hoofdplaats werd. Ook veroverde hij met zijne Wandalen een gedeelte van Sicilië, Sardinië en Corsica, waarna hij in 461 Attila aanspoorde om een krijgstogt naar Gallië te ondernemen. Hij zelf rukte, zoo men vermeldt, door Eudoxia, de weduwe van Valentiniamis, geroepen, welke op Maximus, den moordenaar van haren echtgenoot, wraak wilde nemen, in 455 te velde tegen Rome, maakte zich meester van de stad en liet haar gedurende 14 dagen plunderen, waarna hij de Keizerin met hare beide dochters, van welke hij ééne aan zijn zoon Hunerich ten huwelijk gaf, met zich voerde.
Voorts vernietigde hp in de haven van Nieuw-Carthago de vloot, die in 461 door Keizer Majorianus werd uitgerust, om een einde te maken aan de rooverij der Wandalen, terwijl hij den Byzantijnschen Keizer Leo, die in 468 eene vloot tegen hem uitzond, noodzaakte om vrede te sluiten. Hij was een dapper en schrander krijgsman, maar achterdochtig, woest en wreed, en stierf in het jaar 477, beladen met den vloek zijner tijdgenooten.