Galliénus (Publius Licinius), keizer van Rome, werd met die waardigheid bekleed in 259 na Chr., toen zijn vader Valerianus, die hem tot mederegent benoemd had, krijgsgevangen werd bij de Perzen, en hij regeerde tot in 268. Zijn gezag strekte zich niet verder uit dan tot Italië, daar in de wingewesten de legers hunne aanvoerders tot keizers verhieven. In het Oosten benoemde hij Odenathus tot Caesar en liet dezen en zijne gemalin Zenobia (zie aldaar) oorlog voeren tegen de Perzen, die er het rijk bedreigden, terwijl in het Westen de Germaansche volkeren zijne grenzen belaagden.
Tegen Postumius in Gallië en tegen Aureolus in Illyrië trok hij zelf te velde, doch zonder het gewenschte gevolg. Toen laatstgenoemde een inval deed in Italië, belegerde Galliénus hem in Mediolanum, maar werd er zelf door eene zamenzwering zijner krijgsoversten omgebragt.