Fürstenberg (Franz Friedrich Wilhelm, vrijheer von), een verdienstelijk staatsman, geboren den 7den Augustus 1729, bezat een voortreffelijken aanleg, dien hij door studie en door reizen in Italië ontwikkelde. Maximilian Friedrich, graaf van Königseck-Bothenfels, keurvorst van Keulen en vorst-bisschop van Munster, benoemde hem tot minister en belastte hem met het bestuur over het uitgemergelde Munsterland. Hier herstelde hij het crediet, bevorderde landbouw en nijverheid, verbeterde de regtspleging, zorgde voor de benoeming van ontwikkelde geestelijken en deed het onderwijs eene belangrijke hervorming ondergaan.
Toen in 1780 aan den Keurvorst een coadjutor zou worden toegevoegd, was de algemeene wensch in die streken, dat deze betrekking aan Fürstenberg zou worden opgedragen ; doch de invloed van Oostenrijk behield de overhand, en zij viel ten deel aan aartshertog Maximilian Franz. Nu zag Fürstenberg zich gedwongen, zijn ministersambt neder te leggen, doch bleef als vicaris-generaal zorgen voor het welzijn des lands. Hij hervormde het gymnasium, stichtte de universiteit te Munster, en overleed den 16den September 1811.