Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Franz

betekenis & definitie

Franz. Onder dezen naam vermelden wij:

Agnes Franz, eene verdienstelijke Duitsche schrijfster. Zij werd geboren den 8sten Maart 1794 in het stadje Militsch in Silézië, en begaf zich na den vroegtijdigen dood haars vaders met hare moeder naar Steinau, doch woonde later in de nabijheid van Schweidnitz. Een noodlottige val met een rijtuig ondermijnde geruimen tijd hare gezondheid en opgeruimdheid. Niettemin beoefende zij met goed gevolg de dichtkunst, en hare godsdienstige liederen en dramatische stukken vonden in den kleinen kring harer bekenden zoo grooten bijval, dat zij tot de uitgave besloot. Nu verschenen onder anderen: „Gedichte (1826)”, — „Parabeln (1829, 4de uitgave 1862)”, — de roman „Angela (1827)”, — en „Volkssagen (1830)”. Allengs wijdde zij haren tijd aan de opvoeding van meisjes uit den geringen stand, en schreef dien ten gevolge: „Buch für Kinder (1840 6 dln)”, in 1850 verschenen onder den titel van „Buch der Jugend”, — „Kinderlust (1841)”, — en „Mein Vermächtnisz an die Jugend (1844)”. Zij overleed den 13den Mei 1843, en haar „Literarische Nachlasz (1844— 1845 , 4 dln)” is uitgegeven door Julie von Groszmann.

Johannes Franz, een uitstekend beoefenaar der Grieksche taal. Hij werd geboren te Nürnberg den 3den Julij 1804, vestigde zich in 1830 te München als privaat-docent en vergezelde in 1832 koning Otto naar Griekenland, waar hij tot aan het einde van 1834 de betrekking bekleedde van chef van het bureau voor vertalingen. Van 1834 tot 1838 vertoefde hij te Rome, alwaar hij zich bezig hield met het onderzoek der handschriften van Grieksche toonkunstenaars, en begaf zich in 1839 naar Berlijn, om de leiding der uitgave van het „Corpus inscriptionum graecarum” op zich te nemen. Daarenboven werd hü er in 1840 buitengewoon en in 1846 gewoon hoogleeraar aan de universiteit, en hield voorlezingen over de oud- en nieuw-Grieksche spraakkunst, over Grieksche oudheden en zeden, en over een groot aantal Grieksche dichters en prozaschrijvers. Hij overleed den lsten December 1851. Zijn eerste geschrift was eene in het Grieksch opgestelde dissertatie over Lysias, welke hij uitgaf onder den naam van Phrasicles, ook later door hem gevoerd bij het uitgeven van eene in het NieuwGrieksch geschrevene Duitsche en oud-Grieksche spraakkunst. Voorts verscheen van hem eene uitgave der werken van Lysias (1831), — „Praktische Anweisung zur Erlernung des Neugriechischen (1832)”,— „Deutsch-Griechisches Wörterbuch (1838, 2 dln)”, — „De musicis graecis (1840)”, — en eindelijk heeft hij over oud-Grieksche opschriften, alsmede over de treurspelen van Aeschylus veel belangrijks in het licht gegeven.

Robert Franz, een verdienstelijk toonkunstenaar, geboren te Halle den 28sten Junij 1815. Eerst op 14-jarigen leeftijd zocht hij zonder onderwijzer zich bekend te maken met de beginselen der muziek, en ontving vervolgens onderrigt van verschillende leermeesters. Hij maakte zoodanige vorderingen, dat hij het voornemen opvatte, om zich uitsluitend aan de muziek te wijden. Dien ten gevolge begaf hij zich in 1835 naar Dessau, om onder de leiding van Friedrich Schneider zich te oefenen in de theorie der toonkunst. In 1837 keerde hij terug naar de ouderlijke woning en bestudeerde er de werken van Bach en van andere groote meesters. Daarna bepaalde hij zich hoofdzakelijk bij het componéren van liederen met eene rijke piano-begeleiding. Weldra werd hij organist te Halle, maar zag er zich vervolgens belast met het bestuur der zang-académie enz., alsmede met de betrekking van muziekdirecteur der universiteit.