Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Fürstenburg

betekenis & definitie

Fürstenberg, een Duitsch gemediatiseerd vorstendom, dat op 38 geogr. mijl omstreeks 100000 inwoners telt en het graafschap Heiligenberg, de landschappen Stühlingen en Baar en de heerlijkheden Jungnau, Trochtelfingen, Hausen en Möskirch omvat, ligt verbrokkeld in het zuiden van Zwaben en bevindt zich sedert 1806 onder de souvereiniteit van Baden, Würtemberg en Hohenzollern-Sigmaringen (Prnissen). Het stamslot der vorsten ligt bij het stadje Fürstenberg in het Schwarzwald en is gebouwd door de graven van Urach. bepaaldelijk door Hendrik I (♱ 1284). Men heeft 2 hoofdlijnen van het geslacht der graven van Fürstenberg, namelijk:

Het Heiligenberger lijn, waartoe graaf Joachim I behoorde, welke tot 1608 opperhofmeester was van keizer Rudolf II, — voorts zijn jongste zoon Jakob Ludwig, geboren in 1592 en overleden in 1627 als Keizerlijk raadsheer en generaal der artillerie, — zijn broeder graaf Egon VIII van Fürstenberg, die den 24sten Augustus 1635 overleed als veldtuigmeester-generaal, — zijne 3 zonen, die in 1664 door keizer Leopold in den rijksvorstenstand werden opgenomen, maar toch met Frankrijk heulden, zoodat Wilhelm Egon von Fürstenberg in hechtenis genomen, doch uit vrees voor Frankrijk van de doodstraf vrijgesteld en later door Lodewijk XIV tot aartsbisschop van Straatsburg, en door den Paus tot cardinaal benoemd werd, waarna hij in 1704 te Parijs overleed. Met zijn zoon Anton is deze lijn in 1716 uitgestorven.

De Kinzigthaler lijn, die gesticht werd door Christoph I von Fürstenberg, geboren in 1534, overleden in 1559. Zijn kleinzoon Wratislaus I hield meestal in de Nederlanden zijn verblijf, doch overleed in 1631 als rijkshofraad te Weenen. Deze lijn verdeelde zich later in de lijnen Möskirch en Stühlingen. Tot de eerste behooren Karl Egon Eugen von Fürstenberg, geboren 1665 en veldtuigmeester-generaal, in 1702 na den slag bij Friedlingen aan zijne wonden overleden, terwijl met den zoon zijns broeders deze lijn uitstierf, —en tot de tweede Friedrich Rudolf von Fürstenberg, haren stichter, en diens kleinzoon Prosper Ferdinand, die vóór Landau in 1702 als veldtuigmeester-generaal sneuvelde. — Zijn zoon, graaf Ludwig August Egon, stichtte de zijlijn der landgraven van Weitra, terwijl zijn oudere zoon Joseph Wilhelm Ernst, geboren in 1699, als staatsman werkzaam en in 1716 tot rijksvorst verheven, na het uitsterven der lijn Möskirch ook bezitter werd der goederen van deze en in 1762 te Weenen overleed. — Zijn oudste zoon, vorst Joseph Wenzel Johann Nepomuk von Fürstenberg, stichtte eene zijlijn in Bohemen, die weldra wegens het uitsterven der hoofdlijn (1804) in de regten van deze trad. Zijne opvolgers waren krijgslieden, en de tegenwoordige vorst Karel Egon von Fürstenberg, geboren den 4den Maart 1820, is generaal bij het leger in Baden. — De zijlijn Zu Weitra leverde krijgs- en staatslieden in Oostenrijksche dienst, en is ook nu nog in bloei.

< >