Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Formosa

betekenis & definitie

Formosa, door de Chinezen Thaiwan genoemd, is een eiland in de Chinésche Zee. Het ligt ten zuidoosten van China tusschen 21°53'30" en 25°18' N. B„ is door het Foe-Kiang-kanaal van dit rijk gescheiden, en heeft eene oppervlakte van 900 □ geogr. mijl. Over zijn bodem loopt de vulcanische bergketen Ta-sjan van het noorden naar het zuiden, verheft zich in den Mount-Morrisson 4000 Ned. el, en verdeelt het in twee helften, van welke de oostelijke nagenoeg geheel en al onbekend is. De bodem, welke gedurig door aardbevingen wordt geschokt, is voor 't overige mild besproeid en zeer vruchtbaar en levert rijst, maïs, gierst, arumwortels, groenten, bataten, watermeloenen, kastanjes, druiven, wijn, ananassen, areka-noten, suiker, oranje-appels, kamfer, thee en belangrijke houtsoorten.

Voorts bevat hij steenkolen en zwavel. In de bosschen vindt men er veel wild. — De westelijke helft staat onder de heerschappij der Chinézen, die er zich in 1683 van meester gemaakt hebben. In 1621 hadden de Japannézen er zich gevestigd, die het veld moesten ruimen voor de Nederlanders, doch deze werden in 1662 verdreven door Chinésche zeeroovers, — bij welke gelegenheid de predikant Antonius Hambroek (zie aldaar) den dood der zelfopoffering stierf.

Oorspronkelijk woonde ook op de westelijke helft, gelijk thans op de oostelijke, een stam met eene zwarte, getatoueerde huid, doch werd er door de Chinésche landverhuizers allengs geheel verdrongen. De taal dier inboorlingen schijnt van Maleischen oorsprong te wezen, terwijl zij, wat hun ligchaam betreft, meer op Australische Negers gelijken. De bevolking van het westelijk gedeelte, onder een Chinéschen stadhouder gesteld, schijnt 27 millioen te bedragen. De hoofdstad is Thaiwan of Thaiwan-foe, die sedert 1868 volgens het verdrag van Tien-Tsin tot de vrijhavens behoort; doch slechts kleine vaartuigen kunnen haar bereiken langs het kanaal, dat haar met de reede verbindt. Ruimer is echter het kanaal bij het fort Zeelandia, in 1634 door de Nederlanders gesticht, maar thans vervallen, ruim 1 geogr. mijl ten noordwesten der hoofdstad gelegen. Deze laatste, in 1725 verrezen, telt 100000 inwoners, gelijkt op alle Chinésche steden, heeft geplaveide straten en is goed voorzien van Chinésche handels-artikelen. De noordelijkste haven is Tamsoey aan de rivier van dien naam; deze plaats telt echter slechts 6000 inwoners, terwijl men er 4 uur gaans verder aan denzelfden stroom de stad Banka aantreft met 4000 inwoners. Eene andere noordelijke haven is Kelong.

In het zuiden heeft men, behalve de reeds vermelde hoofdstad, de haven Takao met een smallen mond tusschen 2 rotsen, den Apenberg en den Saracenenkop. Ook hier is de plaats van weinig beteekenis, terwijl de volkrijke stad Petau er meer in het binnenland ligt. Men kan in een draagstoel den weg van de zuidelijke haven naar de noordelijke in 9 tot 11 dagen afleggen. De voornaamste uitvoer-artikels zijn er thee en steenkolen, en het belangrijkst invoer-artikel is er opium. Voorts wordt er veel rijst uitgevoerd, een gewas, dat men op dien vruchtbaren bodem in één jaar 3-maaI kan oogsten. Men erkent algemeen, dat dit eiland een hoogst belangrijk punt is voor den Europeesch-Aziatischen handel.