Foppens (Johannes Franciscus), een Nederlandsch geleerde, geboren te Brussel in 1689, was hoogleeraar in de wijsbegeerte te Leuven, kanunnik te Brugge en aartsdiaken te Mechelen. Hij leverde eene voortzetting der letterkundige geschiedenis van Valerius Andreas, wiens werk hij met dat van Le Mire en van Sweertius in het zijne opnam, waarna hij aan het geheel den titel schonk van „Bibliotheca Belgica (1739, 2 dln)”. Hierin z|jn vele levensberigten van geleerden verzameld, zoodat het voor onze letterkundige geschiedenis steeds belangrijk blijft.
Voorts bezorgde hij eene verbeterde uitgave van „Miraei opera diplomatica et historica (1723 en later, 4 dln)”, en schreef eene „Batavia sacra”, alsmede eene geschiedenis der bisdommen van Antwerpen en ’s Hertogenbosch. Hij overleed den 16den Julij 1761.