Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Fluweel

betekenis & definitie

Fluweel is de naam van zachtharige katoenen of zijden stoffen, die voortgebragt worden door eene tweede ketting, die in het weefgetouw boven de ketting van het grondweefsel gespannen wordt en haar afzonderlijken boom heelt. De grondketting vormt met den inslag het lijnwaadachtig of gekeperd weefsel (glad of gekeperd fluweel), even als het manchester. Uit de tweede ketting ook haarketting (poilketting) genaamd, worden door eene eigenaardige bewerking bij het weven kleine overeind staande lussen of mazen (noppen) gemaakt, wier rijen dwars over de stof loopen en, aan de toppen doorgesneden, het haar leveren.

Hieruit volgt, dat de haarketting zich veel sterker inweeft dan de grondketttng en derhalve ook veel (1½ tot 5-maal) langer geschoren moet worden. Fulp (felp) en pluis (peluche) onderscheiden zich van het gewone fluweel alleen door de meerdere lengte van het haar.

< >