Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Fleischer

betekenis & definitie

Fleischer (Heinrich Leberecht), een uitstekend beoefenaar der Oostersche talen, geboren te Schandau aan de Elbe den 21sten Februarij 1801, bezocht in 1814 en later het gymnasium te Bautzen, en ging in 1819 naar Leipzig, om zich toe te leggen op de godgeleerdheid.

Reeds te voren had hij zijne krachten aan de Oostersche talen gewijd. Hij zette die studie te Leipzig voort en ging in 1824 naar Parijs, om er het mondelijk onderwijs van Sacy te genieten en van de handschriften der Koninklijke boekerij gebruik te maken. Onder de leiding van Caussin de Perceval oefende hij zich in het Arabisch en zocht tevens den omgang der jonge Egyptenaren, die door Mehemed-Ali naar Parijs waren gezonden. In 1828 keerde hij naar zijn vaderland terug en ontving eene aanstelling aan de school te Dresden. Reeds was hij in 1835 op het punt, om naar Petersburg te vertrekken, waar hem het professoraat in het Perzisch aan de universiteit, benevens de betrekking van adjunct voor Oostersche oudheden en letterkunde was aangeboden, toen hij te Leipzig tot. opvolger van Rosenmüller werd benoemd.

Hij begaf zich derwaarts en bleef aan Leipzig getrouw, zelfs toen men hem naar Berlijn riep, om een professoraat in het Arabisch, Perzisch en Turksch te aanvaarden. Fleischer wordt voor den uitstekendsten beoefenaar van het Arabisch in Duitschland gehouden. Yan zijne werken noemen wij de uitgave van Alboelfeda's „Historia ante-islamica”, — van den Commentaar op den Koran door Beidhawi, —van „Ali’s hundert Sprüche, arabisch und persisch paraphrasirt von Watwat (1837)”, — voorts de vertaling der „Gouden halsbanden” van Samachsjari, die hem in een letterkundigen strijd wikkelde met Hammer-Purgstal, — het vervolg der oorspronkelijke uitgave van „Duizend en één nacht”, — en eindelijk de uitgave van catalogussen van Oostersche handschriften in de Koninklijke bibliotheek te Dresden en in de stadsbibliotheek te Leipzig. Hij is lid van het Saksisch genootschap van wetenschappen en heeft vele opstellen geleverd in het „Zeitschrift der deutschen morgenländischen Gesellschaft.”

< >