Finnmarken, het noordelijkste gedeelte van Noorwegen en tevens van Europa, is een ambt van Noorsch Lapland en bestaat uit eene smalle kustvlakte, die, met lage maar met Ijs en sneeuw gekroonde bergtoppen bedekt, met steile, door talrijke baaijen ingesnedene, door eilanden omgevene rotswanden aan de Ijszee grenst. Tot die baaijen behooren de Alten-, Porsanger-, Tana- en Warangerfjord, terwijl de Alten en de Tana er de belangrijkste rivieren zijn. Het klimaat is er zeer koud, doch onder den invloed van den Oceaan niet zoo koud als elders op dezelfde breedte. Op het woeste eiland Magerö verheft er zich de Noordkaap op 70°11'40" N. B. Hier is de zon van het midden van November tot aan het einde van Januarij onzigtbaar en daalt van het midden van Mei tot aan het einde van Julij niet onder den horizon.
De gemiddelde warmte van den korten zomer is hier ruim 6° C. Eerst in Augustus verdwijnt er de sneeuw geheel' en al, waarna de bloemen ontluiken, en geweldige muggenzwermen door den dampkring gonzen. Erger dan de koude van den winter, gemiddeld 5° C. onder 0, zijn er in dat saizoen de geweldige stormen. De eenige viervoetige dieren op Magerö zijn het rendier en de hermelijn. Beren en wolven, die in Finnmarken in overvloed voorhanden zijn, kunnen het breede water niet overtrekken. Schrijdt men verder noordwaarts, dan verdwijnt de plantengroei meer en meer, doch de veengronden voorzien er in gebrek aan hout.
Alleen op beschutte plekjes kan men er wat zomerrogge, gerst, aardappels en groenten verbouwen. Runderen en schapenvinden er een voldoend voedsel in het gras aan de helling der rotsen. De voornaamste rijkdom der inwoners bestaat er echter in rendieren. De vischvangst, het verzamelen van eiderdons en eene rijke kopermijn te Kaafjord leveren er belangrijke winsten.
De bevolking bestaat er in het noordelijk gedeelte hoofdzakelijk uit Lappen en bedroeg in 1855 op 1285 □ geogr. mijlen ruim 54600 zielen. Het ambt telt 5 voogdijen, namelijk Senjen en Tromsö, Alten, Hammerfest, Tana en Waranger, doch de laatste 4 vormen het eigenlijke Finnmarken. Behalve Magerö behooren tot het ambt onderscheidene rotsachtige kusteilanden, zooals Sörö, Seiland, Stiernö, Arnö, Kaagö, Wannenö, Kingdalsö, Hwalö, Tromsö, Senjen en Hindö. Er zijn 4 koopsteden, namelijk Hammerfest, de noordelijkste stad der aarde, — Tromsö, de residentie van den ambtman en van den bisschop, op een evenzoo genoemd eiland zeer fraai gelegen, met 3000 inwoners, 3 scholen, een seminarium, eene boekdrukkerij, veel fabrieken en een aanzienlijken handel, — Wardö op het evenzoo genoemde eiland. de oostelijkste stad van Noorwegen met 1400 inwoners, — Wadsö aan de Warangerfjord met 900 inwoners, — en Altengaard aan.de Altenfjord met een meteorologisch en magnétisch observatorium. Hierbij ligt de kleine havenplaats Elvebakken, waar des zomers vele schepen binnenvallen, om gedroogden viseh tegen andere handelswaren te ruilen. Ook Talwig, 14 geogr. mijl van Hammerfest, heeft eene goede haven.