Felonie, van het Lattijnsche woord felonia, zooals men wil, afgeleid van het Hoogduitsche fehlen, dat is in gebreke zijn, missen, beteekent in het leenregt de schending van trouw, door den leenman aan zijn leenheer en wederkeerig, door dezen aan genen, verschuldigd. De schendingen van de ergste soort werden gestraft aan zijde van den leenman met het verlies van zijn leen, en aan zijde van den leenheer met verbeurte van zijn leenheerschap over het in leen uitgegeven goed. In het Engelsche strafregt beteekent felony tegenwoordig nog een misdrijf van de zwaarste soort, ongeveer gelijkstaande met het Fransche crime, bij ons misdaad, waarop vroeger in zeer vele, thans in minder gevallen, de doodstraf, met verlies van al het onroerend en roerend goed, was gesteld.
Eene soort van felony is de treason — high (hoog) en petit (klein) hoogverraad. Tegenover felony staan de misdemeanors, strafbare daden, die met ligtere straffen bedreigd zijn, als geldboete en gevangenisstraf, gelijk staande met de Fransche délits, onze wanbedrijven, die slechts correctioneel strafbaar zijn.