Felonie
[Fr. félonie, van OFr. felon, van LLat. fello, fellonis = boosaard, wreedaard, missch. van Lat. fel = gal] (gesch.) leenbreuk, trouwbreuk jegens leenheer, verraad.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Fr. félonie, van OFr. felon, van LLat. fello, fellonis = boosaard, wreedaard, missch. van Lat. fel = gal] (gesch.) leenbreuk, trouwbreuk jegens leenheer, verraad.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Fr.), v. (-ën), (leenst.) trouwbreuk jegens de leenheer ; (in Engel.) een groep strafbare feiten van lichtere aard dan verraad.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
heette de schending van de wederzijdse verplichtingen voortvloeiend uit de leenrechtelijke betrekking tussen leenheer en leenman, zowel door de leenheer als door de leenman, bijv. doordat deze leendienst weigerde of voor een andere heer krijgsdienst verrichtte of de leenheer of een lid van diens gezin grovelijk beledigde. Hij kon dan door het leeng...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: