Faukelius (Hermannus), ook Faukeel, Fauckel of Foekel genaamd, een Nederlandsch godgeleerde, werd geboren te Brugge omstreeks het jaar 1560. Hij studeerde aan de pas opgerigte doorluchtige school te Gent en vervolgens aan de hoogeschool te Leiden, waar hij zich vooral op de Oostersche talen toelegde. In 1585 vertrok hij als predikant naar de Hervormde Gemeente te Keulen, waar hij veel smaad en verdrukking te verduren had. Vruchteloos echter beriep hem in 1594 de gemeente te Middelburg, en toen hij 4 jaar later een beroep ontving naar die te Amsterdam, achtte hij zich jegens Middelburg verpligt, om ook daarvoor te bedanken.
Hij was echter bereid om te komen, toen Middelburg in 1599 zich nogmaals tot hem wendde. Gedurende 25 jaar was hij met ijver in Zeelands hoofdstad werkzaam. Hg werd lid der Synode in 1618 en 1619, en schoon hij aan de zijde der contra-Remonstranten stond, onderscheidde hij zich door verdraagzaamheid en inschikkelijkheid. Hij werd er benoemd in de commissie tot vertaling van het Nieuwe Testament en tot plaatsvervanger van de overzetters van het Oude Testament. In 1621 was hij voorzitter van het Bestuur van Zaken der Oost-Indische Kerken, en meermalen werd hij geroepen, om uitspraak te doen over leerstellige twisten.
Ook was hem door de Synode opgedragen het vergelijken van de verschillende geloofsbelijdenissen, alsmede het vervaardigen van 2 catechisatie-boekjes. Hij schreef: „Het Nieuwe Testament onses Heeren Jesu Christi, uit den Grieckschen overgheset enz. (1617)”, —„Kort begrip der Christelijke relige (1608)”,— „Babel, dat is, Verwerringhe der Wederdooperen onder malkanderen enz. (1621)”, — „Bruiloftslied ter eeren van Jesus Christus, over den XLV Psalm in 48 predicatiën (1628)”, — en Jesuah Jehovae, of de zaligheid des Heeren (1633)”. Ook de boeken des Ouden Testaments heeft hij uit het Hebreeuwsch vertaald, en deze vertaling, eigenhandig door hem geschreven, berust in 2 folio-deelen op de consistorie-kamer te Middelburg, waaraan volgens zijne uiterste wilsbetrekking zijne boekerij ten deel viel. Hij overleed den 7den Mei 1625.
