Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Executie

betekenis & definitie

Executie, executieve magt, executief procès. Executie beteekent uitvoering van een vonnis, een bevel van eene der staats-magten, enz., en executieve magt is de bevoegdheid, om dergelijk vonnis of bevel ten uitvoer te brengen, of ook wel de Staatsmagt, die met de uitvoering is belast; executief proces is het procès, waarbij de zwarigheden, die zich bij de executie voordoen, beslist en opgelost worden.

De regterlijke en administratieve magten in den Staat moeten, om den weerstand te overwinnen, die aan de uitvoering van hare vonnissen en beslissingen geboden wordt, met de bevoegdheid toegerust zijn, om dien weêrstand des noods mechanisch uit den weg te ruimen. Die bevoegdheid ontleenen zij, evenals hare ambtsbevoegdheid in ’t algemeen, aan den Souverein, die ook dit deel van zijne slechts door de wet beperkte magt van uitvoering aan zijne ambtenaren overdraagt. Daarom wordt er regt gesproken „In naam des Konings”, en wordt elke daad ter uitvoering van eene wet, een wettig besluit of een vonnis, waarbij tegen den wil van hem, dien het aangaat, inbreuk wordt gemaakt op de vrijheid van zijn persoon of op de onschendbaarheid van zijne goederen, verrigt in dienzelfden naam en met aanhaling dier sacramentéle formule (zie Arrest, Beslag, Grosse, Vonnis). De wet regelt de wijze van uitvoering, geeft de middelen van uitvoering aan de hand en bepaalt het gebruik er van. De omvang der executieve magt moet door de wet aangegeven worden tot bescherming van de vrijheid van persoon en goederen der ingezetenen; hoe ruimer die magt is, des te grooter gevaar bestaat er voor de geboorte van willekeur en despotismus.

Te naauwe grenzen moet de wet ook niet stellen: dan wordt de werkzaamheid der uitvoerende magt verlamd, en treedt de willekeur van de overtreders der wet, die met de Staatsmagten spotten, in de plaats van orde, rust en veiligheid. De uitvoerders der wet moeten eene zekere speelruimte hebben, die hun toelaat om naar gelang van omstandigheden hunne magt te ontwikkelen en te gebruiken; veranderde toestanden in ’t publiek en ’t privaat leven stellen aan den omvang en ’t gebruik dier magt ook andere eischen.

De kracht der middelen, welke de uitvoerende magt in ’t algemeen, en de policie in ’t bijzonder, noodig heeft, zal doorgaans in omgekeerde verhouding staan met de mate van achting, die de ingezetenen voor de wet koesteren, en met het vertrouwen, dat de Staatsmagten de burgers hebben weten in te boezemen. De ware vrijheidsliefde baart zin voor orde en rust, gehoorzaamheid aan de Staatswetten; op haar berust ten slotte de uitvoerende magt der Staatsambtenaren; zij is tevens voor de ingezetenen de beste waarborg tegen allen last, alle willekeur, alle misbruik van die magt. In geen land maakt de formule „In naam des Konings”, door den man der wet uitgesproken, sterker indruk dan in Engeland; in tijd van nood is daar de aanstelling door een dienaar der openbare magt tot „buitengewoon constable” voldoende, om een burger in de gelederen dier magt op te nemen, ten einde oogenblikkelijk mee te werken tot herstel der openbare rust, waar die verstoord dreigt te worden.

Ongelukkig staat het er voor met de vrijheid der ingezetenen van een land, waar de Vorst groote staande legers er op na moet houden, om de nakoming der wetten, de handhaving van vrede en rust binnenslands des noods door het geweld van wapens te verzekeren. De verschillende takken van Staatsbestuur maken natuurlijk verschillende soorten, afdeelingen, van ambtenaren noodig om de voorschriften der wet ten uitvoer te brengen. Aan ’t hoofd van allen staat bij ons de Koning. De Staat moet de stoffelijke middelen tot bereiking van zijn doel grootendeels putten uit de belasting; een noodzakelijk bestanddeel der staatszorg is derhalve de tijdige invordering dier belasting. Strenge wetsbepalingen, die de hoegrootheid, den tijd van betaling en den vorm van invordering van het verschuldigde bepalen, kunnen en moeten hier zoo weinig mogelijk aan het goedvinden der ambtenaren overlaten. Maar aan den anderen kant mogen traagheid, onverschilligheid en onwil der ingezetenen ook zoo weinig mogelijk voor de schatkist doen verloren gaan.

Daarom heeft de sehatkist het regt van parate executie — welk regt, om dergelijke redenen ook aan sommige andere Staatsmagten, b. v. aan polderbesturen, is toegestaan —, dat is, de vordering van het wegens belasting verschuldigde behoeft niet eerst door de regterlijke magt onderzocht en geconstateerd te worden, ten einde daarna in het vonnis aan den Staat eenen exeeutorialen titel te verschaffen; de Staat zelf schept zich tegen den onwilligen betaler zulk eenen titel door een dwangbevel tegen hem uit te vaardigen, welks executoriale kracht door den wanbetaler wel kan worden geschorst, door er oppositie tegen te doen, en aldus de vordering toch aan ’t oordeel des regters te onderwerpen, maar die toch deze heilzame werking behoudt, dat hij den schuldenaar zooveel mogelijk belet, om het onderpand der executie, zijne bezittingen, weerloos te maken. De voltrekking der strafvonnissen geschiedt door de justitie onder het toezigt van het Openbaar Ministérie.

De uitvoering der bevelen van de administratieve magt is aan een afzonderlijk corps van ambtenaren opgedragen; tot datzelfde doel staat de policie haar ook ten dienste, in tijd van nood bijgestaan door het burgerlijke — schutterij — of militaire leger. De justitie gebruikt ook de policie en het leger om aan hare bevelen klem bij te zetten. Waar het privaatregt van een burger miskend, en de uitoefening er van belemmerd of verhinderd wordt, daar kan ook executie te pas komen, ten einde dat regt, des vereischt met materiëel geweld, te doen erkennen door, en te handhaven tegen hem, die zich aan die miskenning, belemmering of verhindering schuldig maakt. In een welgeordenden Staat kan niet aan ieder individu op zich zelf de handhaving en herstelling zijner regten worden overgelaten; bij inbreuken op het regt moet de Staat tusschen beiden treden, om den schuldige te straffen, den onwillige tot erkenning te dwingen. De uitoefening van executoriale magt, die niet aan den Staat ontleend is, is eigen rigting, die de maatschappij terugbrengt tot den toestand, waarin ’t regt van den sterkste het hoogste regt is.

Daarom vervolgt alléén de Staat tot straf in de gevallen en volgens de vormen, in de wetboeken van strafregt en van strafvordering omschreven. Het feit, dat geene strafbare daad, maar toch burgerlijk onregt daarstelt, moet aan het oordeel der regterlijke of der administratieve magt onderworpen worden. Het burgerlijk wetboek en de staatswetten bepalen de regten der ingezetenen; de burgerlijke regtsvordering geeft de wijze aan van handhaving en van herstel van geschonden regten. Bij het vonnis beslist de regter, door toewijzing van den eisch, welk regt de schuldeischer heeft, terwijl het aan hem zelf overgelaten wordt, om met de middelen en met inachtneming der vormen, die de wet aan de hand geeft, zijnen schuldenaar tot erkenning van zijn regt te dwingen.

De zorg voor de executie van burgerlijke vonnissen is aan den particulier, den over winnaar in ’t procès, overgelaten. Maar tot beveiliging der schuldenaren zijn vele, in de practijk dikwijls zeer kostbare, vormen voorgeschreven, wier nakoming door strenge bepalingen gewaarborgd wordt. Bepaalde ambtenaren, deurwaarders, worden met de executie belast. De middelen van executie zijn inbeslagneming der goederen, en lijfsdwang tegen den persoon des schuldenaars. Zie Beslag, Lijfsdwang. Geene executie is mogelijk zonder executorialen titel, dat is, een stuk, krachtens ’t welk een der middelen van executie kan gebezigd worden.

Behalve de bovengemelde dwangschriften, zijn het vonnissen en authentieke acten, waarvan ter executie grossen worden afgegeven, aan ’t hoofd waarvan, op straffe van nietigheid, de sacramentéle formule „In naam des Konings” niet mag ontbreken. Doen zich bij de executie van civiele vonnissen zwarigheden op — 't zij dat de geëxecuteerde meent, dat er op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen verzuimd zijn, of dat hij bezwaar heeft tegen de betaling der gevorderde schuld, door dat er eene verandering in den regtstoestand heeft plaats gevonden sinds de dagvaarding —, dan wordt dit procés, eene soort van executief procès, voor den regter gebragt, die ook van de zaak ten principale kennis heeft genomen. Nog kan een procès op eene andere wijze door een procès gevolgd worden — ook een executie-procès. Wanneer de schuldeischer namelijk tegen den schuldenaar als accessoir aan de hoofdvordering een onbepaalden eisch tot vergoeding van kosten, schaden en interesten heeft ingesteld — nader op te maken bij staat, zooals dat genoemd wordt —, en deze hem is toegewezen, dan is natuurlijk, zoo partijen ’t oneens zijn, nog eene beslissing van den regter noodig, om het juiste bedrag dier vergoeding vast te stellen. Bij den aanvang van ’t hoofdgeding kan ’t bedrag der schade meestal onmogelijk beraamd worden; eene onbepaalde vordering tot schadevergoeding kan niet geëxecuteerd worden, — daarom is dit na-procès noodig, om de toegewezen vordering voor executie vatbaar te maken (zie Grosse, Notaris, Titel).

< >