Exarch was de titel van den Byzantijnschen opperbevelhebber en stadhouder in Italië.
Die titel werd het eerst aanvaard in 567 na Chr. door Flavius Longinus, en zijn gebied verkreeg daarbij den naam van exarchaat. Op hem volgden 16 andere exarchen. Hun zetel was te Ravenna, doch ook deze viel, nadat hun exarchaat langzamerhand kleiner was geworden, in 728 in het bezit van Liutprand, koning der Longobarden. In 752 maakte Aistulf, een opvolger van den voorgaande, voor goed een einde aan de Byzantijnsche heerschappij te Ravenna, doch 3 jaar later moest hij het exarchaat afstaan aan den Frankischen koning Pepijn de Korte, die het patriciaat over dit gewest opdroeg aan paus Stefanus II. — In de Christelijke Kerk had men weleer ook den titel van exarch voor zoodanigen bisschop, aan wien andere bisschoppen onderworpen waren. Men had weleer een exarch te Alexandria, te Antiochia, te Ephesus, te Caesaréa en te Constantinopel. Later echter hebben zij dezen titel met dien van patriarch verwisseld.