Wat is de betekenis van titel?

2023-06-04
Studiekeuzewoordenboek

Studiekeuze123 (2022)

Titel

Een titel krijg je als je bent afgestudeerd. Welke titel je krijgt, hangt af van de opleiding die je gedaan hebt.

Direct toegang tot alle 20 resultaten over titel?

Word nu vriend van Ensie
2023-06-04
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

titel

titel - Zelfstandignaamwoord 1. opschrift van een boek of ander document De titel van dit boek is 'Scheikunde voor de leek'. 2. academische of adellijke aanduiding van een persoon Hem werd de titel van 'doctor' verleend. titel - Werk...

Lees verder
2023-06-04
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

titel

titel - zelfstandig naamwoord uitspraak: ti-tel 1. vetgedrukte regel boven een tekst ♢ welke titel heeft deze tekst? 2. aanduiding die je voor of achter je naam mag zetten ♢ 'jonkheer' en 'ingen...

Lees verder
2023-06-04
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

titel

titel: kampioenschap.

2023-06-04
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

titel

(de; -s) SP - het recht om zich kam pioen te mogen noemen, syn. kampioenschap: hij verdedigde zijn titel met succes.

2023-06-04
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

titel

(de, -s) bewijsstuk, akte, obligatie, aandeel, cheque. - ten titel van, bij wijze van, als. Hij kan echter geen enkele som vragen ten titel van kosten en erelonen - zelfs niet van een derde - en hij mag alleen de gerechtskosten terugvorderen. - Trends, 09-01-2003. - ten persoonlijken titel, uit eigen naam. De beslissing van de Raad...

Lees verder
2023-06-04
Basisboek Recht

O.A.P. van der Roest (2000)

Titel

Reden, juridische grondslag voor de overdracht

2023-06-04
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Titel

[Lat. titulus] opschrift; erebenaming, naam van ambt, waardigheid of rang; rechtsgrond.

2023-06-04
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Titel

naam; opschrift; kwalificatie (als kampioen); rechtsgrond

2023-06-04
Hoofdlijnen Nederlands Recht

Prof. mr. C.J Loonstra (1992)

titel

Rechtsverhouding die aan een (eigendoms)overdracht ten grondslag ligt.

2023-06-04
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

titel

1. woord dat of woordgroep die de naam vormt van een publikatie of van een werk in de publikatie. 2. zie: catalogustitel.

Lees verder
2023-06-04
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

titel

titel - Namen die worden gegeven aan op zichzelf staande werken, verzamelingen werken of reeksen werken, ongeacht het medium.

2023-06-04
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

titel

1. benaming of opschrift van een boek of een opstel; 2. aanduiding van iemands ambt, waardigheid of academische graad, b.v. luitenant-kolonel, monseigneur, drs. (doctorandus).

Lees verder
2023-06-04
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

titel

1. In de verb. ten titel van -, bij wijze van als (ter vert. van fr. à titre de); - ten definitieven titel, definitief, vast (fr. à titre definitif); ten kostelozen titel, kosteloos, pro deo (fr. à titre gratuit); ten persoonlijken titel, voor zich persoonlijk, op eigen of persoonlijke titel (...

Lees verder
2023-06-04
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Titel

Een bisdom of kerk als titel hebben wil zeggen, dat men voor het bestuur van dat bepaalde bisdom benoemd (en gewijd) is. Zie ook Kerktitel.

2023-06-04
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Titel

s., titel.

2023-06-04
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Titel

titel (ook in wetboek), opschrift.

2023-06-04
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Titel

I. (<Lat.), m. (-s), 1. opschrift van een boek of gedeelte daarvan, van een plaat enz.: de titel van een boek, een opstel, een film; onder de titel van; — courante titel, opschrift dat boven iedere bladzijde herhaald wordt; — Franse titel, het verkorte titelblad waarmee een gedrukt boek aanvangt en dat de...

Lees verder
2023-06-04
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

titel

m. opschrirt, (ambts)benaming; aanspraak, rechtsgrond, recht om Iets te bezitten, te eisen enz.

2023-06-04
Humoristisch woordenboek

H. Moritsen (1939)

Titel

Etiket, waarnaar inhoud beoordeeld wordt.