titel
titel - Zelfstandignaamwoord 1. opschrift van een boek of ander document ♢ De titel van dit boek is 'Scheikunde voor de leek'. 2. academische of adellijke aanduiding van een persoon ♢ Hem werd de titel van 'doctor' verleend. titel - Werk...
Nederlandstalige WikiWoordenboek
titel - Zelfstandignaamwoord 1. opschrift van een boek of ander document ♢ De titel van dit boek is 'Scheikunde voor de leek'. 2. academische of adellijke aanduiding van een persoon ♢ Hem werd de titel van 'doctor' verleend. titel - Werk...
Nederlands woordenboek voor onderwijs
titel - zelfstandig naamwoord uitspraak: ti-tel 1. vetgedrukte regel boven een tekst ♢ welke titel heeft deze tekst? 2. aanduiding die je voor of achter je naam mag zetten ♢ 'jonkheer' en 'ingen...
Wielersportwoordenboek door Jan Luitzen ©
(de; -s) SP - het recht om zich kam pioen te mogen noemen, syn. kampioenschap: hij verdedigde zijn titel met succes.
Vreemd Nederlands
naam; opschrift; kwalificatie (als kampioen); rechtsgrond
Hoofdlijnen Nederlands Recht
Rechtsverhouding die aan een (eigendoms)overdracht ten grondslag ligt.
Art & Architecture Thesaurus
titel - Namen die worden gegeven aan op zichzelf staande werken, verzamelingen werken of reeksen werken, ongeacht het medium.
Encyclopedie voor Zelfstudie
1. benaming of opschrift van een boek of een opstel; 2. aanduiding van iemands ambt, waardigheid of academische graad, b.v. luitenant-kolonel, monseigneur, drs. (doctorandus).
De Oosthoek is een Nederlandse encyclopedie die in verschillende uitvoeringen is verschenen
[→Lat. titulus], m. (-s), 1. opschrift van een boek of gedeelte daarvan, van een plaat enz.; courante —, herhaald pagina-opschrift; 2. blad of bladzijde waarop de titel van een geschrift enz. vermeld staat; 3. onderafdeling van een wet of van een hoofdstuk in een wetboek; 4. kwalificatie; (sport) kwalificatie als kampioen; zijn —...
Nederlands woordenboek (7e druk)
I. (<Lat.), m. (-s), 1. opschrift van een boek of gedeelte daarvan, van een plaat enz.: de titel van een boek, een opstel, een film; onder de titel van; — courante titel, opschrift dat boven iedere bladzijde herhaald wordt; — Franse titel, het verkorte titelblad waarmee een gedrukt boek aanvangt en dat de...
Vreemde woorden, uitdrukkingen en afkortingen (1948)
m. opschrirt, (ambts)benaming; aanspraak, rechtsgrond, recht om Iets te bezitten, te eisen enz.
Amusant-Zorgenverdrijvend Woordenboek (De Kolibri)
Etiket, waarnaar inhoud beoordeeld wordt.
Geschreven onder redactie van theoloog F.W. Grosheide, 1925-1931
Van het Latijnsche titulus = op- of bovenschrift aan het hoofd van een boek, van een hoofdstuk enz, en dat daarvan de stof, den hoofdinhoud te kennen geeft; gewoonlijk: de eerste bladzijde van een boek, vermeldende hoe het boek heet, den naam van den schrijver, en dien van den uitgever. Voorts: benaming, ambts- of eerenaam (bv. doctorstitel). Ook (...
Nederlandse encyclopedie, uitgegeven van 1916-1925.
Titel - 1) toevoeging aan iemands naam (baron, doctor, enz.), waarop men aanspraak heeft op grond van geboorte, stand, ambt of promotie. Zie voor de tegenstelling tusschen titel en praedicaat onder ADEL. 2) Opschrift van een boek of hoofdstuk. 3) Onderdeel van een wetboek. 4) Rechtsgrond, in het bijzonder ten aanzien van bezit. Zoo onderscheidt de...
De vreemde woorden, verklarend woordenboek door Fokko Bos.
titel - m., naam; eernaam; opschrift; afdeeling van een wetboek.
Handelslexicon (1910) door J. Hagers
Titel - eerenaam, naam of opschrift van een boek, onderafdeeling van een wetboek ; rechtsgrond.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
Titel - m. (-s), opschrift, benaming op de eerste bladzijde van een boek; Fransche (eig. voorhandsche) titel, het verkorte titelblad waarmede een gedrukt boek aanvangt en dat den volledigen hoofdtitel voorafgaat: — opschrift der afdeelingen in een boek, inz. bij rechtsgeleerden; — (fig.) hetene onder zulk een titel gevonden wordt : rec...
Nederlandse encyclopedie
Titel is de naam van het ambt, de waardigheid of den rang van een persoon. Voorts beteekent titel het opschrift of de naam van een of ander boek, en in regtsgeleerden zin den wettelijken grond, waarop iemand eenig regt wordt toegekend, alsmede het opschrift van een of ander hoofdstuk in de wetboeken.
Gerelateerde zoekopdrachten