Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Everdingen

betekenis & definitie

Drie broeders, die dezen geslachtsnaam droegen, hebben als schilders grooten roem verworven. Zij waren:

Caspar van Everdingen, geboren te Alkmaar in 1606 en een der beste leerlingen van Jan van Bronkhorst. Hij bezat eene levendige verbeelding, een krachtig coloriet en een meesterlijk penseel. Hij muntte vooral uit als historie- en portretschilder. Op de deuren van het orgel te Alkmaar penseelde hij „De zegepraal van David op Goliath” en hij leverde er ook een doelenstuk met levensgroote flguren. Voorts heeft men van hem in het Mauritshuis te ’s Hage „De portretten van de familieleden van den raadpensionaris Steijn, onder de voorstelling van Diógenes, op de markt te Haarlem menschen zoekende”, — en in het Muséum Boymans te Rotterdam was, althans vóór den brand, van hem een vrouwenportret. Hij heeft ook teekeningen geleverd in breeden Italiaanschen stijl. Deze kunstenaar overleed te Alkmaar in 1679.

Albert van Everdingen, geboren te Alkmaar in 1625. Hij genoot onderwijs in de schilderkunst van Roeland, Savery en Pieter Moulijn en muntte vooral uit in het landschap, zoodat zijne stukken als juweelen der Hollandsche kunst hoog worden gewaardeerd. Voorts vervaardigde hij voortreffelijke teekeningen bij de uitgave van „Reintje de Vos” van Hendrik van Alkmaar. Men vindt van hem een landschap in het Trippenhuis te Amsterdam. Hij overleed in November 1675.

Jan van Everdingen, geboren te Alkmaar in 1725. Hij studeerde in de regten, werd pleitbezorger in zijne geboorteplaats, verwierf een groot vermogen en beoefende uit liefhebberij de schilderkunst. Hij overleed vermoedelijk in 1665.

< >