Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Eúmenes

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Eúmenes uit Cardia in Thracië, een der voornaamste staats-ambtenaren en krijgsmakkers van Alexander de Groote. Hij werd reeds op 20-jarigen leeftijd secretaris van Philippus van Macedonië, welke betrekking hij ook bij Alexander bleef waarnemen. Deze maakte van zijne talenten vooral gebruik bij staatkundige onderhandelingen. Ka den dood van laatstgenoemden vorst verkreeg Eúmenes door, de gunst van Perdiccas liet stadhouderschap over Cappadocië en Paphlagoniё en was vervolgens de getrouwe raadgever van zijn begunstiger, terwijl hij, toen deze oorlog voerde tegen Ptolemaeus van Egypte, diens Klein-Aziatische bezittingen tegen Antípater en Cratérus beveiligde. Op zijne aansporing verliet Perdiccas de dochter van Antípater en huwde met Cleopatra, koningin-weduwe van Epirus en eene zuster van Alexander. Toen Antípater daarop tegen Perdiccas te velde trok, zond deze hem Eúmenes tegemoet en rukte zelf wederom ten strijde tegen Ptolemaeus.

Hoewel Neoptólemus, de bevelhebber van den phalanx van Eúmenes, tot den vijand overliep, leed deze laatste toch tot 2-maal toe de nederlaag. Eúmenes wist de wankelende trouw van zijn leger door strooptogten in Klein-Azie te bevestigen. Na den moord, aan Perdiccas bepleegd werd hij vogelvrij verklaard, waarop hij zich naar Cappadocië begaf. Antígonus achtervolgde hem, en Eúmenes verloor door het verraad van Apollónides, den aanvoerder der ruiterij, een veldslag, waarop hij zich met eenige getrouwen in het hechte bergkasteel Nora wierp, hetwelk hij een jaar lang verdedigde, totdat Antígonus een eervol verdrag met hem sloot. Daarna verbond hij zich met Polysperchon en met andere Koningen tegen Antígonus en nam het opperbevel over de Argyraspiden in Cilicië op zich. Om zich vrijen toegang tot de zee te verschaften, veroverde hij een groot gedeelte van Phoenicië. Door Antígonus in de engte gebragt, rigtte hij te vergeefs tot Seleucus en Python de uitnoodiging, om zich te vereenigen, ja, laatstgenoemden vorderden zelfs van de Argyraspiden, dat zij hem zouden uitleveren. Eúmenes ontsnapte echter over de Euphraat naar Susa, wist hier de landvoogden van verschillende gewesten aan zijn belang te verbinden en verzamelde in korten tijd een groot leger, waarmede hij Antígonus op nieuw het hoofd kon bieden.

Wederom evenwel bragt hem de naijver zijner onderbevelhebbers in verlegenheid. Antígonus verbond zich met Seleucus en Python en drong in Susiana, door, doch leed bij het oversteken der rivier eene geweldige nederlaag. Niettemin kwam hij in het volgende jaar met nog grooter leger terug. Eúmenes was ziek, maar behaalde de overwinning. Daar echter de Argyraspiden weigerden den vlugtenden vijand te vervolgen, kwam deze in het strijdperk terug en verkreeg van de Macedonische veteranen de uitlevering van Eúmenes. Deze werd door zijn voormaligen vriend Antígonus tot den hongerdood veroordeeld, doch eenige Macedoniërs deden hem uit medelijden reeds den derden dag sneven.

Eúmenes II, den oudsten zoon van Attalus I, koning van Pergamus. Hij was een trouwe bondgenoot der Romeinen, wees om hunnentwille eene nadere verbindtenis met Antígonus de Groote, koning van Syrië, van de hand, en hielp hun de overwinning bevechten bij Magnésia. Uit dankbaarheid schonk de Senaat hem alle landen, welke Antígonus aan deze zijde van den Taurus bezeten had, met uitzondering van Lycië en Carië, eti verhief hem daardoor tot een der magtigste koningen van Azië. Kort daarna werd Eúmenes in den oorlog betrokken met Prusias, koning van Bithynië. Ka liet herstel van den vrede zag hij zich aangevallen door Pharnaces, koning van Pontus, dien hij echter door zijne overwinningen tot het sluiten van den vrede dwong.

Op eene terugreis van Rome, waar hij de plannen van Perseus van Macedonië ontsluijerd had, ontkwam hij naauwelijks aan de dolken van door dezen gehuurde sluipmoordenaars, tn den tweeden Macedonischen oorlog stond Eúmenes aanvankelijk aan de zijde van zijne oude vrienden; doch plotselijk riep hij zijne hulptroepen terug en liet zich door Perseus overhalen, om de onzijdigheid te bewaren. Te vergeefs poogde hij door eene nieuwe reis naar Rome de verbeurde gunst zijner weldoeners te herwinnen. Hij versloeg voorts, de Galliërs, die van zijne verwikkeling met Rome gebruik maakten, om in zijn land te vallen, doch bleef door zijn dood (159 vóór Chr.) voor vijandelijkheden van de zijde der Romeinen bewaard. Hij was grootendeels de stichter van de aanzienlijke boekerij te Pérgamus, welke later naar Alexandria werd overgebragt.

< >