Engano, door de Maleijers Poeloe Telondjang, door de inboorlingen Kepoe Taïgoeka genoemd, is een eiland aan de Weskust van Sumatra tusschen 5°12' en 5°35' Z.B.
Het heeft eene eenigzins vierhoekige gedaante, is 5 geogr. mijl lang en 4½ geogr. mijl breed, wegens koraalriffen en de sterke branding moeijelijk te naderen, doch bezit aan de zuid-oostzijde eene door 2 eilandjes beveiligde ankerplaats. Ook aan de noordwestkust, bij het dorp Brahoe, is op 7 vadem eene uitmuntende ligplaats voor groote schepen. Het strand is er bedekt met eene menigte klapperboomen en er groeijen velerlei Oostersche vruchten. Er wordt handel gedreven in kokosnoten, waartoe reeds voor omstreeks 14 jaar de zoon van den Indischen hoofd-ambtenaar Francis zich aldaar met zijn gezin gevestigd heeft, — voorts in rotan, touwwerk (van boombast) en tripang, welke artikelen er jaarlijks door een 10-tal praauwen worden afgehaald.
Het eiland is verdeeld in 9 landschappen, en aan het hoofd van elk van deze bevindt zich een radja. De bevolking bestaat er, behalve uit enkele Europeanen, uit ongeveer 5000 inboorlingen, die geheel naakt loopen en op den laagsten trap van beschaving staan. Tot hun lof wordt vermeld, dat zij vlijtig, zindelijk, niet wreed en door goed beleid zeer wel te besturen zijn, — voorts onderling mededeelzaam, vriendschappelijk en tot bijstand bereid. Zij leven van vruchten en raauwen visch, en slechts bij feestelijke gelegenheden eten zij kippen. Men meent, dat zij tot het Maleische ras behooren; zij zijn middelmatig, maar krachtig van gestalte en donker van kleur en hebben bij gitzwart, licht gekroesd haar glinsterend witte tanden. Hunne gehuchten zijn goed omheind tegen de aanvallen van roovers en wilde zwijnen, — hunne woningen rond, rusten op hooge palen en loopen van boven spits toe. Hunne taal is arm en ver van welluidend, en zij hebben geene andere godsdienst dan een geloof aan goede en booze geesten.
Men heeft er krokodillen, slangen, wilde zwijnen en velerlei vogels. Er zijn 3 bevaarbare rivieren, en het klimaat komt overeen met dat van Batavia, Benkoelen en Padang. Te Engano is tegenwoordig een station van de mailbooten. — Digt onder den wal van Sumatra ligt nog het onbewoond eilandje Klein Engano.