Eigenzinnigheid is een gemoedstoestand, die, wanneer er bij kinderen geen acht op geslagen wordt, een zeer gevaarlijk karakter kan aannemen. Zij is, uit een psychologisch oogpunt beschouwd, een hardnekkig willen, dat uit eene heerschende begeerlijkheid voortspruit; gevoelt het kind geene begeerlijkheid, dan ontstaat er geen wil, en alzoo geene eigenzinnigheid. Onderstel, dat men een gezond kind steeds na het ontvangen van voedsel in de wieg gelegd heeft, zonder het door dragen in slaap te sussen, dan zal zulk een kind ook geen verlangen gevoelen om gedragen te worden. Heeft echter de moeder bij de geringste onrust van den kleine dezen steeds uit de wieg genomen, om er meê op te trekken , dan zal het kind bij elk min-aangenaam gevoel hartstogtelijk verlangen, dat het uit de wieg genomen en gedragen worde.
Hier ligt doorgaans de kiem der eigenzinnigheid. Voldoet de moeder aan dit verlangen, dan zal het kind allengs meenen, dat er onregt geschiedt, zoo niet aanstonds al zijne behoeften worden bevredigd. Is echter de moeder verstandig genoeg, om niet toe te geven, dan zal het kind spoedig ontwaren, dat het schreijen niet baat, en zijn eigen zin zal buigen onder dien der moeder.
Het verwende kind meent in zijn schreijen een middel te bezitten, waardoor het al zijne wenschen bevredigen kan, en het maakt van dat middel gebruik met eene hardnekkigheid, die wij met den naam van eigenzinnigheid bestempelen. Zulke kinderen groeijen op tot heerschzuchtige en trotsche wezens, die eischen dat alles voor hun wil zal bukken, zoodat zij verre blijven van de zelfopofferende, vredestichtende liefde.
Het is duidelijk, dat men bij gezonde kinderen reeds aanstonds maatregelen kan nemen, om de eigenzinnigheid te verhoeden of te vernietigen. Men kan hiertoe moeijelijk algemeene regels geven, daar veelal naar omstandigheden dient gehandeld te worden. Dit echter is zeker, dat eene moeder, die over dit gewigtig deel der opvoeding niet ernstig nadenkt en ten opzigte van hare kinderen geene maatregelen neemt, om ze met liefde en tevens met kracht te leiden, alligt veel verdriet van hen beleven zal. Uitmuntende middelen, om de eigenzinnigheid te vernietigen zijn voorts in de eerste plaats afleiding van de gedachten, die haar veroorzaken, en in de tweede plaats omgang met andere kinderen. Een hoogen graad van eigenzinnigheid noemt men halsstarrigheid of koppigheid. Een eigenzinnig mensch is eene carricatuur van een mensch van vaste beginselen.