Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Doolhof

betekenis & definitie

Doolhof, door de Romeinen labyrinthus genoemd, was in ouden tijd een uitgebreid plein met talrijke gebouwen en zoovele en zoo zonderling dooreenloopende straten, dat de onkundige, die zich daarin waagde, nagenoeg geen kans had, om den uitweg terug te vinden. Tot de meest beroemde doolhoven behoorde die van Egypte, volgens Diodórus gesticht door koning Menis of Maros bij het meer Moeris. Het onderaardsche gedeelte was tot eene begraafplaats voor de Egyptische Koningen bestemd, en Heródotus, die de bovenste verdieping doorwandeld heeft en daarvan eene beschrijving levert, getuigt dat die doolhof uit 12 koninklijke paleizen bestond, en elke verdieping uit 3500 afdeelingen, namelijk galerijen, zalen en kamers, terwijl de gangen op de zonderlingste wijze door elkaar liepen. — Voorts vinden wij den doolhof vermeld, door Daedalus tot verblijfplaats van den Minotaurus gebouwd, — daarna die van Lemnos, welke met fraaije zuilen was versierd, — eindelijk dien van Porsenna, koning van Etrurië. — In lateren tjjd heeft men tuinen tot doolhoven aangelegd, en onder deze verdient vooral die te Versaiiles vermelding, welke er naar het plan van Lenótre verrees. — Te Amsterdam bevond zich te voren eene uitspanningsplaats voor kinderen, die onderscheidene voorstellingen in houten beelden, voorts eene fontein enz. bevatte en den naam van doolhof droeg. — Doolhof is ook de naam van een deel van het inwendig gehoororgaan (zie Gehoor).