Dönhoff of Doenhoff is de naam van een oud-adellijk geslacht, dat, afkomstig uit Westfalen, tegen het einde der 13de eeuw met de Zwaardbroeders naar Lijfland en Koerland trok en zich voorts in Polen en Pruissen vestigde. Eene lijn van dit geslacht werd in 1632 door keizer Ferdinand II in den rijksgravenstand opgenomen, en Georg Albrecht von Dönhoff, groot-kanselier van Polen, verkreeg in 1637 den titel van rijksvorst. De vorstelijke lijn stierf uit in het midden der 18de eeuw. Het tegenwoordig hoofd der familie is August Sermann, graaf von Dönhoff, geboren te Potsdam den 10den October 1797.
Hij nam als vrijwilliger deel aan den veldtogt van 1815, studeerde te Königsberg, Göttingen en Heidelberg, vertoefde daarna eenigen tijd in Zwitserland en Italië, trad in 1821 in Pruissische staatsdienst bij het departement van Buitenlandsche Zaken, werd in 1823 aan een gezantschap naar Parijs toegevoegd, in 1825 tot secretaris van legatie benoemd, te Madrid en naar Londen geplaatst en vervolgens tot legatie-raad bevorderd. Zes jaar was hij in Engeland, en in den herfst van 1833 werd hij gezant te München, later bij den Bondsdag, doch in 1848 nam hij zijn ontslag, terwijl hij vervolgens tegen zijn zin de betrekking aanvaardde van minister van Buitenlandsche Zaken te Berlijn. Weldra echter legde hij de portefeuille neder, en werd lid van de Eerste Kamer, — later van het Huis der Heeren, terwijl hij steeds eene aanzienlijke betrekking bekleedt aan het Hof.
Ook vermelden wij Sophie Juliane Friederike, gravin von Dönhoff, eene tante van den voorgaande. Zij wist door hare ongemeene schoonheid en door hare talenten koning Friedrich Wilhelm II te boeijen, zoodat hij, hoewel niet gescheiden van zijne gemalin, een huwelijk met de linkerhand met haar aanging (1790). Vóór het uitbarsten van den oorlog met Frankrijk stond zij aan het hoofd der vredelievende partij, werd in 1793 van het Hof verwijderd, en overleed op hare goederen in 1826. Zij had den Koning 2 kinderen geschonken Friedrich Wilhelm en Julie, die in 1794 onder de namen graaf en gravin van Brandenburg in den adelstand werden opgenomen. Laatstgenoemde overleed den 28sten Januarij 1848 als weduwe van hertog Ferdinand von Anhali-Köthen; — omtrent Friedrich Wilhelm, zie Brandenburg.
