Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Diphtheritis

betekenis & definitie

Diphtheritis noemt men in de geneeskunde dien vorm van ontsteking, waarbij het weefsel van het ontstokene gedeelte verwoest wordt. Er scheidt zich dan uit de fijnste bloedvaatjes eene zelfstandigheid af, welke niet geschikt is ter bevordering van de stofwisseling, maar het geheele weefsel doordringt en het leven van dit laatste vernietigt, zoodat het week wordt en wegzweert. In den laatsten tijd geeft men dien naam aan eene besmettelijke of althans epidemische ziekte, die zich onderscheidt door een diphtheritische ontsteking van het slijmvlies van de keelholte en het strottenhoofd.

De aard dezer ziekte is nog onbekend; vermoedelijk is zij enkel een verschijnsel van eene stoornis in het geheele ligchaam. Zij neemt een aanvang met koorts, moeijelijk slikken en witte puntjes op het slijmvlies van de keel. Die puntjes kan men niet wegwisschen, doch worden ze met geweld verwijderd, zoo ontstaan er wonden. Laat men ze ongemoeid, dan laten ze zweertjes achter. Verspreidt zich deze verzwering tot aan het strottenhoofd, dan wordt hierdoor heeschheid en bij kleine kinderen ligt verstikking geboren.

Intusschen kan die ziekte de krachten zoo sterk uitputten, dat zij gevaarlijk wordt, en dikwijls laat zij langdurige verlammingen van de spraakwerktuigen en van de onderste ledematen achter, die echter langzamerhand kunnen herstellen. Het gevaar der diphtheritische keelziekte heeft men in den laatsten tijd veelal beperkt door de zweertjes te vernietigen met lapis infernalis (helschen steen) of met andere bijtende of zamentrekkende middelen.

< >