Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Diosma L

betekenis & definitie

Diosma L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Diosmaceën; het onderscheidt, zich door een 5-deeligen kelk, 5 aan den kelk vastgehechte bloembladen, 5 vruchtbare en evenzooveel onvruchtbare, nagenoeg schubvormige meeldraden, kleine, eindstandige bloemen, 5 tweekleppige, één of twee zaden bevattende zaaddoozen en glinsterend zwarte zaden. Het omvat, nadat men de voorheen hiertoe behoorende soorten van Barosma (zie aldaar) tot een afzonderlijk geslacht verheven heeft, nog omstreeks 30 sierlijke, altijd groene heesters van de Kaap met kleine bladeren en onaanzienlijke bloemen, die echter zeer geurig zijn. De meestbekende zijn D. alba Thunb. met ljjn-wigvormige, fijngespitste, stijve, klierachtig-gestippelde bladeren en witte, alleenstaande bloemen, — D. hirsuta Thunb. met lijn-wigvormige, stekelpuntige, ruw'behaarde, verspreide bladeren en witte bloemen, — D. rubra L. met verspreide, lijnvormige, 3-zijdige, fijngespitste, gladde, gewimperde en met 2 rijen stippels bezette bladeren en fraaije, bleekroode, in schermen geplaatste bloemen, — en D. tenuissima Lk., een zeer fijne, fraaije heester met kleine, verspreide, 3-zijdige, stompe, onbehaarde bladeren en vele sierlijke, bleekroode bloemen — De naam Diosma is ontleend aan 2 Grieksche woorden, die goddelijk en geur beteekenen.

< >