Dieffenbach (Johann Friedrich), een beroemd heelkundige, werd geboren te Königsberg den Isten Februarij 1794, ontving zijne opvoeding te Rostock, studeerde er in 1810 en later te Greifswald in de godgeleerdheid, trok in 1813 als vrijwilliger te velde, en hervatte daarna zijne theologische studie, welke hij echter in 1816 met die der geneeskunde verwisselde. Hierin studeerde hij eerst te Königsberg, daarna te Bonn, promoveerde te Würzburg, en begaf zich naar Berlijn, waar zijn talent als operateur weldra werd opgemerkt.
In 1830 zag hij zich benoemd tot geneesheer en directeur aan de Charité, in 1832 tot buitengewoon en in 1840 tot gewoon hoogleeraar in de chirurgie. De dood verraste hem in het midden van zijne leerlingen op den llden November 1847. Behalve door groote behendigheid, onderscheidde hij zich door het invoeren van vele nieuwe methoden in de chirurgicale kunst, zooals het aanbrengen van neuzen, lippen, oogleden, wangen, het operéren van scheelzienden, van stotteraars enz.
Van zijne geschriften vermelden wij: „Chirurgische Erfahrungen (1829—1834)”, — een vervolg op het boek van Scheel „Die Transfusion des Blutes u. s. w. (1828)”, — „Ueber die Durchschneidung der Sehnen und Muskeln (1841)”, — „Die Heilung des Stotterns", — „Die operative Chirurgie (1844—1848, 2 dln)”, — en „Der Aether gegen den Schmerz (1847)”. — Zijn bloedverwant Ernst Dieffenbach, geboren den 7den Januarij 1811 en overleden den lsten October 1855, was buitengewoon hoogleeraar te Gieszen en heeft zich door zijne „Travels in NewScaland (1842, 2 dln)”, alsmede door de „Vorschule der Geologie” naar het werk van De la Bêche bekend gemaakt.