Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Diagonaal

betekenis & definitie

Diagonaal noemt men in de vlakke meetkunde eene regte lijn, die 2 tegenoverstaande hoeken eener regtlijnige figuur verbindt. De driehoek heeft geene diagonaal, de vierhoek heeft er 2, de vijfhoek 5, de zeshoek 9. Om het aantal diagonalen van eene regtlijnige figuur te vinden, trekt men 3 af van het cijfer, dat het aantal zijden uitdrukt, vermenigvuldigt de rest met dat cijfer en deelt het product door 2. Zoo verkrijgt men voor den zeshoek (6-3) X 6 = 9 Het aantal diagonalen, dat men in eene figuur trekken kan zonder dat zij elkander snijden, is altijd 3 minder dan het aantal zijden.

In de stéreometrie is de diagonaal van een veelhoekig ligchaam eene regte lijn, die 2 hoeken verbindt zonder met eene der ribben of met eene der diagonalen der zijvlakken zamen te vallen. Om het aantal der diagonalen van zulk een ligchaam te vinden, trekt men 1 af van het cijfer, dat het aantal hoeken aanduidt, vermenigvuldigt de rest met dat cijfer en deelt het product door 2, waarna men van de uitkomst de som der cijfers aftrekt, die het aantal ribben en diagonalen der zijvlakken aanduiden. In een teerling heeft men dus (8-1) x (12 + 6 X 2) = 28 24 = 4 diagonalen.

< >