Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Darm

betekenis & definitie

Darm of darmkanaal noemt men een lang buisvormig ingewand in het dierlijk ligchaam, tusschen de onderste opening van de maag (het portier, pilorus) en de achterste opening (anus) gelegen. Het dient om de voedsel bevattende stoffen, in de mond en de maag voorloopig toebereid (chymus), op te nemen, ze door hare wormsgewijze beweging allengs verder naar beneden te stuwen en met behulp van de gal en het alvleeschsap het bruikbare voedsel (chylus) van de onbruikbare bestanddeelen af te scheiden, waarna het deze naar den anus voert, waar zij uitgeworpen worden.

Men verdeelt de darmen in dunne (intestinum tenue) en dikke (intestinum crassum). De eerste splitst men in den twaalfvingerigen darm (duodenum), de nuchteren darm (jejunum) en den kronkeldarm (ileum). Daarna nemen de dikke darmen een aanvang met den blinden darm (coecum) met het wormvormig aanhangsel; hierop volgt de dikke darm (colon) met den opstijgenden dwarsen en nederdalenden tak (c. adscendens, transversum en descendens) en met de S-vormige bogt (S Romanum), — en eindelijk de endeldarm (rectum). De darm bestaat uit een spierachtigen rok, van binnen met bindweefsel bekleed, waaronder zich een slijmvlies met talrijke vlokken bevindt. De darmen zijn besloten in het buikvlies, dat door verdubbeling het net vormt, waaraan de dunne darmen opgehangen zijn. Gemeld slijmvlies is voorzien van klieren, die het darmsap afscheiden. Zie voorts onder Spijsvertéring.

De bron van vele ongesteldheden is in het darmkanaal te zoeken, zoowel in den toestand der darmbuis zelve als in de aanwezigheid van stoffen, die er nadeelig werken. Men heeft eene ineenkronkeling van het darmkanaal (volvulus), wanneer een gedeelte van den darm in het naastliggende is ingestulpt, en deze openbaart zich door pijn, braking, gemis van geregelden stoelgang enz. Om de instulping weg te nemen liet men voorheen den Iijder meer dan ½ Ned. pond kwik gebruiken, hetwelk op zijn togt door het ligchaam door zijne zwaarte de darmbuis wel eens weder in orde bragt; thans bezigt men daarvoor geheel andere ontspannende middelen. Zulk eene ineenkronkeling is hoogst gevaarlijk. — Voorts noemen wij de geleiachtige verweeking van de maag en van het darmkanaal (gastromolacia), die gebrek aan eetlust, eene groenachtige kleur of een slijmerigen toestand der uitwerpselen tot verschijnselen heeft en zich bij volwassenen in den vorm van eene maag- en darmtéring vertoont, — alsmede ontsteking van het darmkanaal (enteritis), welke zich in verschillende vormen voordoet, — darmkanker, — en uitzakking van den endeldarm, die men vooral bij kleine kinderen opmerkt en volstrekt niet gevaarlijk is. — Tot de vreemde ligchamen, in het darmkanaal aanwezig, behooren vooral ook de ingewandswormen (zie onder dit woord).

Den naam van darmscheil (mesenterium) geeft men aan eene groote plooi in het buikvlies, waardoor de darmen in hunne ligging bevestigd worden, terwijl zij de bloed- en watervaten en zenuwen bevat, die naar de darmen gaan.