Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Dardanellen

betekenis & definitie

De Dardanellen noemt men de 4 aan weerszijden van de Hellespont (Straat der Dardanellen) paarsgewijs tegen elkander over gelegene, sterk gewapende Turksche forten, die de zee-engte tusschen de Aegaesche Zee en die van Marmora bestrijken, zoodat zij als de sleutels van Constantinopel worden beschouwd.

De naam is ontleend aan de aloude stad Dardanos, op het gebied van Troas gelegen en bekend door den vrede, tusschen Sulla en Mithridates gesloten (84 vóór Chr.). Aan den zuidwestelijken ingang van de Hellespont vindt men de nieuwe forten Sedil Bahr ten noorden en Koem-Kalé ten zuiden, in 1659 door Mohammed IV gebouwd, en 4 geogr. mijl verder, ongeveer bij het naauwste gedeelte der Straat, ziet men de oude forten Kilid-Bahr en Tsjanak-Kalessi (Kala-Sultaniét), door Mohammed II na de verovering van Constantinopel gesticht (1453). Laatstgenoemd fort heeft zich ontwikkeld tot eene stad met 6000 inwoners, waar een pasja benevens consuls der Europésche mogendheden gevestigd zijn.

Aan den noordoostelijken mond der straat ligt de stad Gallipoli, waarlangs de Turken in 1356 in Europa drongen. Vertrouwend op den goeden naam dier sterkten had de Porte ze in de vorige eeuw laten vervallen, zoodat in 1770 een Russisch eskader onder admiraal Elphinstone de eerste forten voorbij zeilde zonder door een enkel schot te worden getroffen. Op last van den Sultan werden zij door baron Tott in goeden staat gebragt, doch men vergat ze te onderhouden, zoodat in 1807 de Britsche admiraal Duckworth met 8 linie-schepen, 4 fregatten enz. zonder moeite in de straat stevende en den 20sten Februarij in het gezigt van Constantinopel verscheen, hoewel zijne vaartuigen bij den terugkeer gehavend werden door 800 pondskogels van de haastig herstelde batterijen, één daarvan nam zelfs den boeg van het admiraalschip weg.

Reeds te voren en ook in 1809 stemde Groot-Brittanje er in toe, dat geene vreemde oorlogschepen de Straat mogten passéren, eene bepaling, die in 1841 door de 5 Groote Mogendheden bekrachtigd werd. Bij het begin van den Oosterschen oorlog ankerde de Britsch-Fransche vloot ten zuiden van Koem-Kalé in de Besika-baai. (1853), vanwaar zij in de straat stevende en den 3den November in de Beikos-baai van de Bosporus het anker liet vallen. Bij den Vrede van Parijs (1856) werd echter weder vastgesteld, dat in tijd van vrede de Dardanellenstraat en de Bosporus gesloten zouden blijven voor niet-Turksche oorlogsvaartuigen, terwijl de Sultan de bevoegdheid behield, om ten behoeve van gezantschapsschepen den doortogt bij een afzonderlijken firman te vergunnen. Ook werd deze toegestaan aan de oorlogschepen, die de contracterende Mogendheden aan de monden van de Donau zouden plaatsen.

De straat der Dardanellen heeft hier en daar ondiepe plaatsen, alsmede een sterken stroom, die voor zeilschepen, die hem bij tegenwind willen overwinnen, zeer lastig is. Bij zijn mond hadden in 1499 en 1657 zeeslagen plaats tusschen de Venetianen en de Turken, in welke laatstgenoemden de nederlaag leden (zie verder onder Turkije).

Den naam van kleine Dardanellen geeft men aan 2 forten aan den ingang der Golf van Lepanto, die Morea van Livadië scheidt. Zij heeten Romeli Kavak en Morea Kavak.

< >