Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Constantinopel

betekenis & definitie

Constantinopel, door de Turken Stamboel of Istamboel (eene verbastering van " „naar de stad”), en door de Walachen en Slawen Carigrad (Keizersburg) genoemd, droeg aanvankelijk den naam van Byzantium en werd volgens Eusébius Pamphili door Byzas, koning van Megara, omstreeks het jaar 568 vóór Chr. gesticht. De stad, die zich toen tot den heuvel bepaalde, waarop thans het Serail zich verheft, ontwikkelde zich met groote luister, toen keizer Constantijn de Groote haar in 330 tot hoofdstad van het Romeinsche rijk bestemde en haar Constantinópolis of Nova Roma noemde. Na dien tijd bleef zij de residentie der Oost-Romeinsche Keizers tot aan den ondergang des rijks (1453), en werd toen, nadat zij in den loop der eeuwen 29-maal belegerd en 8-maal veroverd was, de verblijfplaats der Sultans van het Turksche rijk (zie aldaar). — Zij ligt op 41° N. B. en 47° W. L. van Greenwich op eene 3-hoekige landtong tusschen een diep landwaarts doordringenden arm van de Thracische Bosporus, welke arm onder den naam van „Gouden Hoorn” de veilige haven vormt der stad, en tusschen de zee van Marmora. Langs de basis van den driehoek grenst zij aan het vaste land van Thracië, en de geheele driehoek is omgeven door een drievoudigen muur met 26 poorten.

Dit is het eigenlijke Constantinopel, doch tot de stad behooren ook de voorsteden, die aan de haven langs de Bosporus gelegen zijn, benevens de steden Skoetari en Kadikoei aan de overzijde. De meest beroemde voorsteden zijn Galata, Pera en Top-Chaneh. De stad is wegens den heuvelachtigen bodem terrasvormig gebouwd en levert met hare sierlijke tuinen, moskeeën, minarets enz. van de zijde van den Gouden Hoorn een schilderachtig schouwspel, zoodat men bij weinige steden zulk een heerlijk panorama aantreft. Te meer is de reiziger dus teleurgesteld door de naauwe, kromme en morsige straten der binnenste gedeelten, hoewel die toestand sedert den brand van 6 en 7 September 1865 en dien van 3 Mei 1866 aanmerkelijk verbeterd is. Tot de merkwaardigste gebouwen behooren er het Oude en Nieuwe Serail, de voormalige Sophia-kerk (zie onder dien naam), thans eene moskée, de moskée van Soliman, die van Achmed, die van Mehemed, die van Mahmoed enz. en de kleine Sophia-kerk, — voorts de beide obelisken op het grootste plein (meidan) der stad, het Kasteel der Zeven torens, waar te voren de gezanten van vreemde mogendheden tegen de volkswoede in veiligheid werden gebragt, 2 waterleidingen, door de keizers Valens en Justinianus gebouwd met prachtige waterbakken, en eindelijk de overblijfselen van Magnaura, het paleis der Byzantijnsche keizers. Ook verheffen er zich nog merkwaardige zuilen uit den ouden tijd.

Belangrijke vorderingen heeft intusschen de Europésche bouwkunst gemaakt aan de overzijde van den Gouden Hoorn, op den Européschen oever van de Bosporus. Pera is tegenwoordig eene stad met sierlijke huizen, vele hôtels van gezanten en geplaveide straten. Tusschen Pera en de haven ligt Galata, het middelpunt van den handel, met vele steenen huizen en eene nieuwe straat, — voorts met eene schipbrug, die haar met Constantinopel verbindt. Bij den ingang der haven tusschen den Gouden Hoorn en de Bosporus verheffen zich de amphitheatersgewijs gebouwde houten huizen van Top-Chaneh, door eene naauwe straat in 2 helften verdeeld. Voor weinige jaren heeft men er een prachtig tuighuis gebouwd.

Ten noorden van Top-Chaneh liggen de voorsteden Findikly enKabatasj. Deze laatste, desgelijks amphitheatersgewijs gebouwd, telt vele aanzienlijke huizen met een prachtig uitzigt op de Aziatische overzijde, en onmiddellijk achter haar ligt het paleis Dolma-Bagdsje, dat in 1857 door den Sultan betrokken werd; daarachter volgt eene reeks van gehuchten tot Therapia en Boejoekdére toe, waar de Europésche gezanten hunne zomerverblijven hebben, en nog verder. De voorsteden rondom het binnenste gedeelte der haven hebben haar Turksch voorkomen veel meer bewaard. Op den Aziatischen oever is Skoetari het middelpunt van eene groep voorsteden en gehuchten. Hier heeft de Europésche beschaving nog weinig vorderingen gemaakt, behalve te Kadikoei, het oude Chalcedon, waar men vele smaakvolle huizen en villa’s aantreft.

Men telt te Constantinopel met de voorste den 90000 huizen en 1075000 inwoners, van welke de helft Mohammedanen zijn; voorts heeft men er vele Grieken, Arméniërs en Israëlieten. Men vindt er meer dan 300 moskeeën, en onder deze 13 Keizerlijke, 30 Grieksche met een patriarch en 12 bisschoppen , en evenzooveel Arménische, met een patriarch. De R. Katholieken hebben er een bisschop, 9 kerken en 6 kloosters, terwijl men er eindelijk ook eenige Protestantsche kerken aantreft. Er zijn 300 medressen of scholen van meer uitgebreid onderwijs en 400 mekteb of scholen van lager onderwijs; ook heeft men er onderscheidene militaire scholen, en 35 openbare boekerijen, benevens eene universiteit, welke niet veel beteekent. Men vindt er 3000 openlijke badplaatsen, vele bazars en winkels en duizende koffijhuizen. Tot de voortbrengselen der nijverheid behooren er vooral voorwerpen van leder, tapijten, borduursels met goud- en zilverdraad, wapens, welriekende stoffen en pijperoeren. Wegens de prachtige ligging der stad ontwikkelt zich de handel er meer en meer, hoewel de regéring weinig doet, om dien te bevorderen. Jaarlijks bezoeken er 15- of 16000 schepen de haven.