Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Crotalaria

betekenis & definitie

Crotalaria L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Peuldragenden (Leguminosae); het onderscheidt zich door een 5-spletigen, 2-lippigen kelk (de bovenlip 2-, de onderlip 3-spletig), eene zeer groote, hartvormige, achterwaarts gebogen vlag met eeltigen voet en eene sikkelvormig gesplitste, zelden stompe kiel, 10 enkelbroederige meeldraden, geheel vereenigd of in een gespleten bundel, en eene gesteelde, opgeblazene, veelzadige peul, en omvat eenjarige of overblijvende kruiden en heesters met enkelvoudige of handvormige bladeren, fraaije gele bloemen en rammelende peulen.

Het groeit op de keerkringseilanden, en alleen de Javaansche Flora telt reeds 53 soorten. De belangrijkste van die is C. juncea L., wier vezels den Indischen hennep leveren, die in Bengalen den naam van sun draagt en tot vervaardiging van zakken en van zeildoek voor praauwen dient; volgens Roxburgh is dat doek nagenoeg even sterk als henneplinnen en verdient het in Indië de voorkeur. Op de kust van Coromandel wordt deze plant gebruikt tot voedsel voor het melkvee. Zij behoort tot de zomergewassen, wordt 1 Ned. el hoog en draagt lancetvormige bladeren. Het kruid wordt als braakmiddel aangewend en de wortel tegen kolijk aanbevolen. Voorts noemen wij C. laburnifolia L., een heesterachtig zomergewas, dat in Malabar en Ceylon groeit, drietallige bladeren en fraaije gele bloemtrossen draagt, en als braakmiddel gebruikt wordt, — en C. pulchella Andr., desgelijks eene heesterachtige plant, die aan de Kaap groeit en met groote gele bloemen versierd is.

< >