Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Leguminosae

betekenis & definitie

Leguminosae (Peuldragenden) is de naam van eene plantenfamilie, welke zich onderscheidt door een 4- of 5-deeligen, meest vergroeid-bladigen, vaak 2-Iippigen kelk, door eene 1tot 4-bladige, maar meestal 5-bladigen, zelden ontbrekende bloemkroon, door vaak ongelijke, met den kelk zaâmgegroeide, zelden vrij op den vruchtbodem geplaatste bloembladen, door op dergelijke wijs vastgehechte meeldraden, wier aantal dubbel zoo groot is als dat der bloembladen, door een uit een vruchtblad gevormden stamper, door den vrijen eijerstok, door de peulvormige, meestal éénhokkige, somtijds ook van dwarswanden voorziene één- of meerzadige vrucht, door zaden zonder eiwit, en door afwisselende, meestal zamengestelde bladeren. De Leguminosae vormen eene der grootste familiën van het plantenrijk en tellen althans 3500 soorten, welke over alle werelddeelen en groeigewesten verspreid zijn, maar vooral in de keerkringslanden in grooten getale gevonden worden. Schoon zij meerendeels in het maaksel van bloemen en vruchten overeenstemmen, vertoonen zij voor ’t overige eene verbazende verscheidenheid. Sommige soorten onderscheiden zich door een sierlijk voorkomen en door prachtig gekleurde bloemen.

De vruchten van vele Leguminosae strekken voorts onder den naam van peulvruchten tot voedsel van menschen en dieren, vooral erwten, boonen en lupinen. De zaden der peulvruchten zijn besloten in eene eenhokkige, 2-kIeppige peul, en de zaden bestaan grootendeels uit de beide zaadlobben. Het eigenaardig bestanddeel der Leguminosae is de legumine (zie aldaar). Deze is in de parenchymcellen der erwten in eene zoo geconcentreerde oplossing voorhanden, dat zij bij verwarming volkomen verstijft. Behandelt men de erwten met koud water, dan trekt veel legumine uit de cellen en stolt niet volkomen. Men moet dus de peulvruchten met koud water op het vuur zetten. Behalve legumine bevatten de peulvruchten oplosbaar eiwit, zetmeel, dextrine, suiker, vet, zout en water. Het vet der peulvruchten is dik-vloeibaar, gedeeltelijk gekristalliseerd en bevat phosphorus.

Men vindt hiervan het grootste gehalte in de olie van erwten (1,17%) en het kleinste in die der gele lupinen (0,29%). Eigenaardige aromatische stoffen, looizuur, en bittere extractiefstoffen zijn in de peulvruchten in zeer geringe hoeveelheid voorhanden. De asch van peulvruchten bevat phosphorzure alkaliën, en men vindt daarin meer kali dan natron, alsmede eenig ijzer. Zij bevatten meer stikstof dan de granen, maar minder zetmeel en vet. Erwten bevatten nagenoeg evenveel eiwit als kalfsvleesch. De peulvruchten leveren in het algemeen de beste plantaardige voedingsmiddelen voor den mensch en worden dan ook ten behoeve der huishouding algemeen verbouwd. Men kan ze gemakkelijk bewaren door ze in pekel te leggen of te droogen, of ook door ze in luchtdigte bussen te sluiten.