Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Croton

betekenis & definitie

Croton L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Euphorbiaceën; het onderscheidt zich doorgaans door eenhuizige, in trossen geplaatste bloemen, een 5-deeligen kelk, eene 5-bladige bloemkroon met evenzoo vele klieren, 10 tot 20 of nog meer meeldraden, bloembladlooze vrouwelijke bloemen met 3 gespleten stampers en eene vrucht, uit 3 nootjes gevormd. Het omvat kruiden, heesters en boomen, die in warme landen groeijen en telt omstreeks 200 soorten, die balsem- of harsachtige sappen, een welriekenden bast en geurige bladeren en bloemen opleveren, terwijl vele zich door hare geneeskracht onderscheiden.

Daarvan noemen wij C. adipatus Kunth., een boom, die ter hoogte van 6 Ned. el aan de Amazonen-rivier groeit en een hars oplevert, dat er als wierook gebruikt wordt, — C. aromaticus L., een kleinen boom in Oost-Indië, in Cochinchina en op de Molukken, uit wiens sap een heelende balsem wordt bereid, terwijl op zijne takken eene schildluis (Coccus lacca Kerr.) haar verblijf houdt, — C. balsamifer L., een West-Indischen heester, waarvan men een uitmuntenden balsem en tevens eene zeer gezochte likeur (eau de Mantes) verkrijgt, — C. Cascarilla L., een heester, die ter hoogte van 1 of 2 Ned. el in Florida, Peru, Paraguay, op de Bahama-eilanden en op de Antillen gevonden wordt en bladeren draagt, die men in plaats van thee gebruikt, — C. cascarilloïdes Vahl, een heester van Haïti, waarvan de schors onder den naam van cascarilla in den handel komt, — C. linearis Jacq., op Jamaïca groeijende, waar de bladeren tegen koliek worden aangewend en de jonge takken om geur te geven aan waterbaden, — C. antisyphiliticus Mart., wier specerijachtige bladeren als zweetdrijvend middel tegen syphilis en slangenbeet zeer worden aanbevolen, — C. origanifolius Lam., die een balsem geeft, welke als copaïva-balsem van St. Domingo zeer gezocht is, terwijl men van de twijgen en bladeren eene likeur stookt, die in West-Indië tot de geliefkoosde dranken behoort, — en eindelijk de meestbelangrijke soort, namelijk C. Tiglius L., die het granum moluccanum (Semina Crotonis) oplevert, waaruit de croton-olie verkregen wordt. Deze boom, in Oost-Indië groeijende, wordt 5 tot 7 Ned. el hoog en draagt eironde, puntige bladeren, bloemtrossen met neêrhangende vrouwelijke bloemen en driekantige, stompe vruchten met viltige zaden.

Uit deze laatste wordt de croton-olie bereid. Die olie, welke over Madras en Bombay naar Europa wordt gevoerd, is geel of bruin van kleur, zoo dik als olijven-olie, heeft een prikkelenden nasmaak en riekt ranzig en onaangenaam; zij lost gemakkelijk op in aether en gedeeltelijk ook in alkohol. Zij is zeer vergiftig, en veroorzaakt bij inwendig gebruik reeds in geringe hoeveelheid een sterken buikloop en in grootere hoeveelheid een pijnlijken dood. Zij bestaat uit eene zachte, vette olie, waarin het sterk riekend en vlugtig croton-zuur opgelost is. Intusschen moet de prikkelende werking der croton-olie toegeschreven worden aan eene harsachtige zelfstandigheid, welke niet vlugtig is. Wanneer men de huid met croton-olie inwrijft, ontwaart men aanstonds ontsteking op de ingewreven plek, — er ontstaan blaren en puisten, zoodat het als afleidend middel bij kiespijn, aangezigtspijn, keelaandoeningen enz. te pas komt. Alleen in wanhopige gevallen van constipatie, onder anderen bij loodkolijk, wordt zij inwendig voorgeschreven, en dan ten bedrage van 1 tot 3 droppels, vermengd met amandel-olie, stroop enz.

Sommige Croton-soorten komen als sierplanten voor, zooals C. penicillatum Ventenat, van Cuba, — en C. argenteum L., van Zuid-Amerika afkomstig.