Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Crisis

betekenis & definitie

Crisis of beslissing is de naam, die men in de geneeskunde van ouds heeft gebruikt, om de gunstige wending eener ziekte aan te duiden, wanneer die plotselijk plaats heeft, terwijl men eene langzame neiging tot herstel lysis noemt.

Men heeft weleer daarover hoogst zonderlinge gevoelens gekoesterd: men beschouwde namelijk eene ziekte als een wezen, dat bij het toenemen der ongesteldheid de overhand had in het ligchaam, terwijl de crisis werd aangemerkt als een teeken, dat de gezondheid de ziekte overwonnen had. Vooral hechtte men veel gewigt aan de critische uitscheidingen, zooals na koortsen eene donker gekleurde urine, waaruit bij de afkoeling een overvloedig bezinksel neêrsloeg, eene warme en aanhoudende uitwaseming der huid enz. Men beschouwde een en ander als de oorzaak van het wijken der ziekte, terwijl het later gebleken is, dat die verschijnselen gevolgen zijn der herstelling. Bij vele ongesteldheden is de stofwisseling gestoord, zoodat hare onbruikbare uitwerpselen niet voldoende verwijderd worden, en dit geschiedt alzoo in sterk verhoogde mate, zoodra de ongesteldheid, de oorzaak dier stoornis, verdwijnt. De critische uitscheidingen zijn dus natuurlijke werkingen van het ligchaamsgestel, die uit de gunstige wending van den toestand voortvloeijen.

Bij de leer der crisis behoort ook die der critische dagen. Hippocrates verkondigde reeds, dat sommige ziekten op bepaalde dagen aan eene crisis onderworpen zijn; dit is door Galenus bevestigd, en zelfs nu nog is dat gevoelen een algemeen vooroordeel. Als critische dagen werden de 7de, 14de, 21ste en 28ste dag aangemerkt, en ook wel de 9de, 11de en 17de. De 4de dag, meende men, wees door toenemende hevigheid der verschijnselen op de komst der crisis op den 7den dag, en heette dientengevolge dies index (aanwijsdag). Ook de 7de, 9de en 11de dag konden dies indices wezen. De tusschenliggende dagen droegen den naam van dies vacui (ledige dagen). Op den dag vóór dien der crisis verwachtte men steeds heviger ziekteverschijnselen, en deze veroorzaakten bij eene ongunstige wending der ziekte den dood juist op den dag der crisis. Al die zaken behooren thans tot de geschiedenis der geneeskunde, daar geen wetenschappelijk geneesheer er eenige waarde aan hecht.