Dit is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Kruisbloemigen (Cruciferae); het omvat een aantal kruiden en heesters, die aan de Middellandsche zee en elders aan de kust groeijen. De merkwaardigste soort C. maritima L. (zee- of strandkool) vindt men aan het strand in Holstein en Mecklenburg, bij Nizza en aan de Engelsche kust, terwjjl zij ook in tuinen hier en daar aangekweekt wordt. Zij is een overblijvend kruid met blaauwachtige bladeren en levert in hare jonge spruiten eene zeer vroege groente, die op de wijze van aspergies wordt toebereid.
Men oogst die spruiten van 3-jarige stengels, nadat men ze eerst met eene kap van stroo gedekt heeft, om ze geel te laten worden. Zij bestaan uit digt opeen gepakte blaadjes en hebben den vorm van pijnkegels Van eene andere soort C. tatwriea L., die op de wijnbergen van Hongarije en Moravië en ook in Tartarije groeit, gebruikt men de in schijfjes gesnedene wortels, alsook de spruitjes mede als groente.