Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Cosel

betekenis & definitie

Cosel (Gravin von) of Cosell, geboren von Broekdorf, de minnares van Augustus II, koning van Polen en keurvorst van Saksen, werd geboren in 1680 te Deppenau in Holstein. Als hofdame bij de erfprinses Johanna van Brunswijk-Wolfenbüttel huwde zij met den Saksischen minister Hoymb, die haar naar zijne goederen bragt, om haar tegen de gevaren van het Hof te beveiligen. Toch schilderde hij hare bekoorlijkheid met zóó levendige kleuren, dat de Koning haar naar Dresden ontbood, waarna zij van haren gemaal scheidde, en den naam Cosel aannam, terwijl keizer Jozef I haar tot rijksgravin verhief. Haar Koninklijke minnaar deed nu te Dresden een paleis voor haar bouwen, hetwelk thans nog haren naam draagt, en zij wist negen jaar lang de gunst van Augustus te behouden, zoodat zij eene onbeperkte heerschappij voerde aan het Hof.

Behalve rijke geschenken, ontving zij in dien tijd een jaarlijksch inkomen van 1 millioen thaler. Hare verregaande ijverzucht was oorzaak van haren val. Immers toen zij zich in 1716 op weg begaf naar Warschau, om er den Koning hij zijne zamenkomsten met de gravin von Dönhoff te overrompelen, werd zij aan de grenzen van Silézië door een militair commando genoodzaakt om naar Dresden terug te keeren. Doch ook van hier verbannen, werd zij te Halle in hechtenis genomen en naar de vesting Stolpen gebragt, waar zij vele jaren sleet, terwijl de Koning hare brieven onbeantwoord liet. Na den dood van laatstgenoemde bood men haar de vrijheid aan, doch zij wilde hare gevangenis niet verlaten. Daar Frederik II, zoolang hij in den Dertigjarigen oorlog Saksen bezet hield, het aan haar toegekende jaargeld in slechte munt liet uitbetalen, deed zij de geldstukken aan den wand van haar woonvertrek vastspijkeren. Zij overleed in Maart 1765. Zij was eene der schoonste en geestigste vrouwen van haren tijd en ongemeen bedreven in de Fransche letterkunde.

< >