Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Comus

betekenis & definitie

Comus, eene godheid, welke bij de Ouden zelden en dan gewoonljjk als die der drinkgelagen voorkomt, wordt voorgesteld als een gevleugelde, somtijds als een in bedwelming nederliggend jongeling. Later werd hij voor de godheid der jokkernij gehouden, zoodat hij het leven heeft geschonken aan het woord komiek (grappig, koddig, boertig, luimig). Op het Fransche tooneel onderscheidt men haut en bas comique, ’t geen men zou kunnen vertalen door geestige scherts en platte aardigheid.

< >