Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Coenders

betekenis & definitie

Coenders is de geslachtsnaam eener adellijke familie uit Groningen. — Rudolph Coenders werd in 1507 burgemeester van de stad Groningen, bekleedde die betrekking gedurende 40 jaar, en zag zich in 1536 tevens benoemd tot stadhouder van Groningen en de Ommelanden namens den hertog van Gelder. — Derk Coenders, geboren in 1507, gaf op zijn kasteel te Helpen gelegenheid aan de Hervormden tot het houden van godsdienstoefeningen en moest deswege de vlugt nemen, waarna hij in 1570 met verbeurdverklaring van goederen gebannen werd, in 1576 terugkeerde, nogmaals moest vlugten en in 1584 te Leer overleed. — Frederik Coenders van Helpen, heer van Faen en Huizinge, geboren in 1541, was een zoon van den voorgaande, bezocht vreemde landen, werd burgemeester van Groningen en lid der Gedeputeerde Staten. Hij behoorde tot de stichters der Hoogeschool aldaar, en overleed in 1618. — Abel Coenders van Helpen, heer van Eusum, Middelstum enz., was een halve broeder van den voorgaande, studeerde te Marburg en te Heidelberg, en werd vervolgens lid van den Raad van State en van de StatenGeneraal. Voorts zag hij zich met belangrijke staatkundige werkzaamheden belast, waarna hij burgemeester werd van Groningen en curator van de Académie aldaar.

Hij overleed in 1629. — Bernard Coenders van Helpen, heer van Faen, Huizinge enz., geboren in 1601, werd president van de Groninger Ommelanden en lid van de Staten-Generaal. Lodewijk XII schonk hem de ridderorde van St. Michiel; daarna werd hij ambassadeur in Zweden, waar hij in 1678 overleed.

< >