Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Codex

betekenis & definitie

Codex is oorspronkelijk stam, het hout, dat onder den bast van een boom zit. Vóór de uitvinding van het papier schreef men op houten tafeltjes, met was overtrokken, die, wanneer ze beschreven waren, in den vorm van een boek bijeengevoegd en codex genoemd werden. Na de uitvinding der boekdrukkunst bleef codex de beteekenis van een groot hoek behouden.

Geschrevene oude boeken, van welken omvang of van welken inhoud ook, bleef men codex heeten, met bijvoeging soms van het woord manuscriptus. — In regten beteekent codex eene verzameling van wetten: gewoonlijk wordt er een bijvoegelijk naamwoord bijgevoegd, ontleend aan den naam van hem, die tot de verzameling der wetten bevel gaf, of die de wetten heeft uitgevaardigd, ook wel aan den inhoud der wetten, aan de stof, die door haar wordt geregeld. De meest bekende in het Romeinsche regt zijn Codex Theodosianus, C. Hermogenianus, de C. Gregorianus, en de C. Justinianeus. De laatste, meestal kortweg Codex genoemd, is het deel van het Corpus juris, dat in rang en gewigt op de Pandecten volgt: het is verdeeld in twaalf boeken, en bevat de beslissingen der Romeinsche Keizers tot op den tijd van Justinianus over onderscheidene onderwerpen van wetgeving en regtspleging.