Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Coccoloba

betekenis & definitie

Coccoloba L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Portulaceën; het onderscheidt zich door een 5-deelig, gekleurd bloemdek en eene eenzadige bes. Het omvat boomen van middelmatige grootte in WestIndië, Zuid-Amerika en China, van welke sommige voor geneeskrachtig worden gehouden, terwijl andere wegens hunne fraaije bladeren en bloemtrossen tot de sierplanten behooren. Van de soorten noemen wij: C. uvifera L. of stranddruivenboom, die ter hoogte van 5—10 Ned. el in Midden-Amerika groeit, groote, hartvormige, lederachtige bladeren, nagenoeg witte bloemtrossen benevens roode, eetbare vruchten ter grootte van kersen draagt en de West-Indische of Amerikaansche kino-gom (zie onder Kino) oplevert, terwijl de wortel en bast tegen diarrhé — de olie-achtige zaden als purgeermiddel worden aangewend, en het harde, roode hout eene fraaije roode verfstof geeft, — C. nivea Jacq., een boom ter hoogte van 6 Ned. el, die in West-Indië voorkomt, gele bloemtrossen draagt en in zijne sneeuwwitte vruchten een middel aanbiedt tegen ontsteking, — en C. pubescens L., de fraaiste soort, in Zuid-Amerika en op Martinique groeijend, waar deze boom wel eens 25 Ned. el hoog wordt en met zacht behaarde bladeren en lange bloemtrossen versierd is.

Ook deze plant draagt eetbare vruchten. Al die gewassen eischen eene warmte van 12—17° C.

< >