Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Coburg

betekenis & definitie

Coburg of Koburg is de hoofdstad van het hertogdom Saksen-Coburg-Gotha, de zetel der regéring en bij afwisseling met Gotha de residentie van den Hertog.

Zij ligt aan de Itz en aan den Werra-spoorweg in eene der bekoorlijkste landstreken van Franken en aan de zuidzijde van het Thüringerwald.

De eigenlijke stad is oud en somber, maar zij is door fraaije villa's en tuinen omgeven. Men heeft er een ruim marktplein met het antieke raadhuis, terwijl het slotplein, waar zich desgelijks eenige merkwaardige gebouwen bevinden, met het standbeeld prijkt van hertog Ernst I door Schwanthaler.

Van de 6 kerken onderscheiden zich de St. Maurits-kerk met haren hoogen toren en de nieuwe R. Katholieke kerk. Het hertogelijk slot, de Ehrenburg genaamd en in 1549 op de plaats van een klooster gebouwd, bevat onder andere eene rijk versierde zaal (de „Riesensaal”), een belangrijk muséum van schilderijen en eene bezienswaardige kerk, terwijl zich in den Hoftuin het mausoléum bevindt van hertog Frans en van zijne gemalin Augusta.

Tot de overige vermeldenswaardige gebouwen behooren het tuighuis met eene boekerij van 60000 deelen, eene rijke verzameling van gravures enz.,een tweede hertogelijk paleis, de Augusta-stichting, de schouwburg, en het station van den Werra-spoorweg.

Ten behoeve van het onderwijs der jeugd heeft men er een gymnasium, eene kweekschool voor onderwijzers, eene reaalschool, eene school voor bouwkunde en 2 burgerscholen, voorts zijn er onderscheidene instellingen van weldadigheid. Men vindt er ongeveer 11500 inwoners, van welke vele in een groot aantal fabrieken werkzaam zijn.

Merkwaardig is de burgt Coburg, aan de noordwestzjjde der stad gelegen.

Zij bestaat uit het oude kasteel, hetwelk geruimen tijd tot tucht- en werkhuis heeft gediend, uit een gebouw waarin zich de hertogelijke verzameling van voorwerpen voor de natuurlijke historie bevindt, het voormalig tuighuis, het nieuwe logement, en het vorstelijk verblijf, welk laatste op eene smaakvolle wijze is gerestaureerd en met fraaije fresco’s van Heinrich Schneider versierd, terwijl het vooral in de wapenzaal en in eene verzameling van 200000 gravures veel merkwaardigs aanbiedt.

Niet ver van de stad bevinden zich de hertogelijke buitenverblijven „Kallenberg” en „Rosenau”, en het paleis van hertog Ernst von Würtemberg.

Men vermeldt, dat stad en burgt den naam ontleenen aan zekere Cobbo, die beide in de dagen van keizer Hendrik I heeft gesticht. Later kwamen zij in het bezit der graven van Henneberg (1273—1288), die in de vesting of den burgt hun verblijf hielden. Hertog Johann Ernst (1547) nam zijn intrek in de stad, en de vesting was sterk genoeg, om in den Dertigjarigen oorlog eene belegering van 4 maanden te verduren. In 1806 bedreigden de Franschen de stad met eene plundering, die echter door tusschenkomst van prins Friedrich Josias van Coburg werd afgewend.

< >