Clot (Antoine), meer bekend onder den naam van Clot-Bey, aan wien Egypte de regeling der geneeskundige zaken verschuldigd is, werd geboren te Marseille in April 1795, ontving er zijne opleiding aan het Hospice de la Charité, studeerde vervolgens te Montpellier en vestigde zich als arts in zijne geboorteplaats.
In 1825 begaf hij zich naar Egypte, stichtte op verzoek van Mehemed-Ali te Aboe-Zabel eene geneeskundige school, waaraan hij zich belastte met het onderwijs in de heelkunde, voorts eene Fransche school, eene school voor artsenijmengkunde, eene veeartsenijschool en eene school voor vroedvrouwen.
De Onderkoning benoemde hem tot bey, en in 1832 reisde Clot met een twaalftal van zijne beste leerlingen naar Parijs, opdat zij aldaar hunne studiën zouden voltooijen, bezocht in 1833 Londen, en begaf zich vervolgens naar Alexandria, om er de geneeskundige dienst op de vloot te regelen.
In 1836 werd hij geplaatst bij den generalen staf en benoemd tot chef der geheele geneeskundige dienst, waarna hij zich te Caïro vestigde en ook de scholen derwaarts verplaatste. Na den dood van Mehemed-Ali (1849) begaf hij zich met een pensioen van 16000 francs naar Marseille, en stond in 1852 zijne kostbare Egyptische verzameling af aan den Staat. Hij schreef onder anderen:
„De la peste observée en Egypte (1840)”, „Aperçu général sur l'Egypte (1840, 2 dln)”, en „Coup d’oeil sur la peste et les quarantaines (1851)”.