Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Cliënt

betekenis & definitie

Cliënt noemde men te Rome den geringeren man, die zich onder de beschermheerschappij bevond van een aanzienlijke — van een patroon. Zulk eene beschermheerschappij bestond ook in andere staten der Oudheid. Zij ontleende voorzeker haren oorsprong aan de betrekking tusschen de overweldigers van een land en zijne aloude bewoners. De cliënt werd gerekend tot het geslacht of liever tot het volk (gens) van zijn patroon; hij nam deel aan sommige plegtigheden der familie, en bezat aanvankelijk geene staatkundige regten.Van Servius Tullius ontvingen de cliënten het burgerregt.

Zij hadden tot wederopzeggens toe land in gebruik van den patroon, en deze bepleitte hunne zaken voor de regtbank. Daarentegen moesten zij den patroon bij voorkomende gelegenheid behulpzaam wezen. Patroon en cliënt mogten niet als getuigen en aanklagers tegen elkander optreden, en een misdrijf van den cliënt tegen zijn patroon werd aangemerkt als een misdrijf tegen den zoodanige, aan wien men veel verschuldigd is (perduellio). Allengs verdween de afhankelijkheid der cliënten van hunne patronen, zoodat zij tegen het einde der Republiek herschapen was in eene vriendschappelijke betrekking en onder de Keizers geheel en al verloren ging. — Thans geeft men den naam van cliënt aan dengene, die de bescherming zoekt van een regtsgeleerde en aan dezen het bepleiten van zijne zaak opdraagt.