Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Claude Lorrain

betekenis & definitie

Claude Lorrain, eigenlijk Claude Gelee, een der meestberoemde landschapschilders, werd geboren op het kasteel Champagne bij Toul in Lotharingen in 1600. Toen hij tegen zijn zin door zijn vader eerst tot pastei-bakker en vervolgens tot geestelijke bestemd werd, ontvlood hij als bediende van een Vlaamschen schilder naar Rome. Hier ontwikkelde hij zulk eene bekwaamheid in het bakken van pasteijen, dat de Romeinsche schilder Agostino Tassi hem belastte met de dubbele betrekking van kok en bereider van verven. Hij bekleedde die tot zijn 36sten jaar, en tien jaren later bereikte hij het toppunt van zijn roem als eerste schilder der aristocratie van Europa.

Geruimen tijd moest hij zonder bepaald onderrigt de kunst van anderen afkijken, totdat een gunstig lot hem in Sandrart een uitstekenden leermeester schonk. Claude Lorrain bragt nu eenige jaren bij München en elders door, maar begaf zich in 1627 voor altoos weder naar Rome. Hier kocht hij eene prachtige villa op den Janiculus, de zuidelijke helling van den Aventijnschen heuvel, en overleed aldaar in 1678. Zijne schilderstukken zijn „prachtige beelden der natuur”, die zich door eene juiste verhouding, en door sierlijkheid en bevalligheid van vormen onderscheiden, terwijl de wanne tinten, het spel der golven, de ineensmelting der kleuren en de werking van het licht van zijn meesterschap getuigen. Zijne schilderijen in olieverf zijn ongemeen helder en krachtig. Zijn stijl moge minder verheven zijn dan die van Poussin, in koloriet streeft hij zelfs Titiaan op zijde.

Het aantal zijner stukken is zeer groot, en in vroegeren tijd bevonden er zich vele te Rome. Sandrart maakt melding van eene prachtig versierde zaal in het huis van den ridder Muzio. In den tijd der Revolutie zijn er onderscheidene van daar naar het buitenland verhuisd. Thans hoeft men er nog 2 in het paleis Doria (voorheen Pamfili), en één van deze is onder den naam van „il Molino (de Molen)” algemeen bekend. In Engeland vindt men er vele, vooral in het Britsch Muséum, hetwelk tevens rijk is in teekeningen van dien meester, — voorts te Napels, te Petersburg, te München, te Berlijn, te Dresden, te Weenen enz.