Clapperton (Hugh), een Engelsch reiziger en reisbeschrijver, werd geboren in 1788 te Annan in het Schotsche graafschap Dumfries en deed reeds vroeg, als zoon van een scheepsgezagvoerder, onderscheidene reizen naar Amerika. Wegens een vergrijp tegen de inkomende regten moest hij dienst nemen en ging in 1814 als cadet naar Amerika, waar hij weldra als luitenant bevel voerde op een schooner op het Erie-meer. In 1817 keerde hij naar Engeland terug, en vergezelde voorts Oudney op eene Afrikaansche reis naar Bornoe en het Tsad-meer, en drong na den dood van laatstgenoemde voorwaarts tot aan Sakkatoe. Na zijn terugkeer in 1825 werd hij bevorderd tot kapitein en belast met de taak, om naar de Golf van Benin te stevenen en vandaar naar Sakkatoe en Bornoe te reizen, ten einde den loop van de Niger na te sporen.
De Sultan van Sakkatoe verbood hem echter, verder te trekken; deze teleurstelling en de geledene vermoeijenissen maakten hem ziek en hij overleed te Tsjangary, niet ver van Sakkatoe, op den 13den April 1827. Op dien togt was hij vergezeld door kapitein Pearce en dr. Morrison, beide van de Britsche marine, en Richard Lander, welke laatste de eenige van hen was, die in Engeland terugkeerde en er de nagelaten papieren van Clapperton bragt. Bijzonderheden omtrent zijne togten zijn te vinden in „Narrative of travels and discoveries in northern and central Africa in the years 1822, 1823 and 1824 (1826)”, — „Journal of a second expedition into the interior of Africa (1829)”, — en „Records of Clapperton’s last expedition to Africa (1830, 2 dln)”. Hij was de eerste Europeaan die zoo diep in het binnenland van Afrika doordrong, en hij heeft den loop van de Niger over een aanmerkelijken afstand bepaald.
Claque Claque, afkomstig van het Fransche woord claquer (in de handen klappen), is in Frankrijk de naam van een bezoldigden troep, die zich in de schouwburgen met de toejuiching belast. Dit geschiedt met zooveel kracht, dat het aanwezig publiek onwillekeurig wordt medegesleept. Aanvankelijk bestond de claque uit personen, die vrijkaartjes ontvangen hadden en zich om die reden verpligt gevoelden, van hunne goedkeuring te doen blijken. In 1820 werd die gewoonte door zekeren Sauton in een wèl-georganiseerd stelsel herschapen, door de oprigting namelijk van eene „ Assurance des succès dramatiques”, waar een schrijver, acteur of actrice tegen vaste prijzen eene bepaalde massa toejuichingen kon koopen. Ook in Londen en elders bestaat de claque, die door bezoldigde toejuiching de openbare opinie verkracht en de dramatische kunst in den grond bederft. De leden der claque noemt men claqueurs.