Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Chrysippus

betekenis & definitie

De voornaamste vertegenwoordiger der Stoïcijnsche wijsbegeerte, werd geboren te Tarsus omstreeks het jaar 282 vóór Chr., ging met zijn vader Apollonius als knaap naar Soli en kwam in 262 te Athene, waar hij de lessen bij woonde van de Stoïcijnsche wijsgeeren Zeno en Cleanthes en van de Académische wijsgeeren Arcesilas en Lacydes.

Terwijl hij de tegenwerpingen van laatstgenoemden tegen de Stoïcijnsche wijsbegeerte zocht te ontzenuwen, ontwikkelde hij deze, doch week in vele opzigten van zijne voorgangers af, vooral van Zeno, weshalve hij eene eigene school stichtte. Hij overleed in 208 of 209 vóór Chr. Men vermeldt van hem, dat hij 705 geschriften vervaardigd heeft. Eenige fragmenten daaruit vindt men aangehaald bij zijne bestrijders, vooral bij Plutarchus, en weinige jaren geleden heeft men te Herculanum eene rol gevonden, die een geheel werk van Chrysippus „Over de voorzienigheid” bevat. Diógenes Laërtius heeft een catalogus van zijne geschriften nagelaten.

Vermoedelijk heeft hij ook geschied-, taal- en zedekundige werken opgesteld, maar het schijnt, dat hij zich vooral op de logica en dialectica heeft toegelegd. Hij week af van Zeno en Cleanthes doordien hij eene voorstelling niet als eene afspiegeling van het voorwerp in de ziel, maar als eene wijziging der ziel beschouwde. Getrouw aan zijn gevoelen, dat alles, wat werkzaam was, van ligchamelijken aard, moest wezen, hield hij ook de ziel voor een ligchaam, en de Godheid evenzeer. Het Stoïcijnsche noodlot sloot naar zijne leer ’s menschen vrijheid geenszins uit; wèl was door de goddelijke voorzienigheid door een oorzakelijken zamenhang der dingen alles ten besten geregeld, doch het was tevens de pligt van den mensch, om zich door de voorschriften van het gezond verstand te laten leiden.