Chasaren is de naam van een zuidoostEuropéschen, vermoedelijk Toeranischen volksstam, die bij middeleeuwsche schrijvers onder dien van Katziri, Akatziri of Akatiri voorkomt. In de 7de eeuw werden zij zuidwaarts voortgestuwd naar den Caucasus, waar zij de Mohammedanen ontmoetten en met deze vochten om het bezit van Derbent, Georgië, Armenië enz. In de 10de eeuw bezaten zjj in die streken een uitgebreid gebied, en de vorsten der Chasaren stonden doorgaans in goede verstandhouding met de Byzantijnsche keizers.
Hunne oude hoofdstad Balangiar, het hedendaagsche Astrakan, lag aan den mond van de Wolga; doch met hulp van Byzantijnsche bouwlieden stichtten zij later de residentie Sarkal, het hedendaagsche Bjelajaweza, die echter in 1300 reeds tot puin vervallen was. Toen verscheen Cyrïllus in hun land en bekeerde er, volgens de sage, het geheele volk tot het Christendom. — Swajatoslaw, een Russisch vorst, overwon hen in een bloedigen veldslag (965), veroverde Sarkal en maakte zich meester van het land. Alleen in de Krim hielden zich nog eenige overblijfselen staande van de magtige heerschappij der Chasaren, maar ook hier verdween zij voor de vereenigde aanvallen der Grieken en Russen, zoodat na 1016 zelfs de naam van dat volk uit de geschiedenis verdwijnt.