Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Charleroi

betekenis & definitie

Charleroi, eene stad en vesting in de Belgische provincie Henegouwen, ligt tusschen Bergen en Namen en is met deze beide plaatsen door spoorwegen verbonden, — voorts aan de bevaarbare Sambre en telt ruim 13000 inwoners. Zij is verdeeld in de Bovenstad, de Benedenstad en Entre deux villes, en de laatstgenoemde 2 deelen zijn door eene brug over de rivier verbonden.

De vestingwerken vormden een regelmatigen zeshoek met de noodige buitenwerken; op den regteroever der Sambre heeft men een sterk bruggehoofd, en de omstreken kunnen door middel van sluizen onder water worden gezet. In de Bovenstad bevinden zich eene kerk, een gasthuis, een hospitaal, een weeshuis enz. Ook is er eene Kamer van Koophandel, benevens eene schilder- en teeken-académie en een gymnasium. De belangrijke steenkolenmijnen in hare nabijheid hebben aanleiding gegeven tot eene voorspoedige ontwikkeling der nijverheid, vooral tot ijzerproductie, zoodat de ijzersmelterij Couillet, 1/2 uur gaans van dáár, 1/3de van het Belgisch giet-ijzer levert. Het kanaal van Charleroi, in 1832 geopend en 15 uren gaans lang, verbindt deze stad met Brussel. De stad is in 1666 door de Spanjaarden op de plek van het dorp Le Charnoy gesticht en naar Karel II genaamd.

Reeds in het volgende jaar werd zij door de Franschen veroverd, waarna Lodewijk XIV de vestingwerken door Vauban liet voltooijen. Na dien tijd bleef zij een twistappel der naburige mogendheden. De Vrede van Nijmegen wees haar toe aan Spanje (1678), doch in 1693 werd zij door de Franschen, in 1697 door de Spanjaarden, en in 1746 wederom door de Franschen veroverd. Gedurende den Franschen revolutie-oorlog (1794) was zij voor de Oostenrijkers, als de sleutel der Sambre-linie, van groot gewigt. Daarom werd zij door de Franschen belegerd en moest zich eindelijk overgeven. De vestingwerken werden geslecht, doch na 1815 door de Nederlanders met de gelden der Fransche oorlogscontributie hersteld; zij waren echter voor het tegenwoordige Belgische defensie-stelsel van te gering belang om ze in haren grooten omvang te houden.

< >